Inhoudsopgave
Advertenties
6.6
Geleidingsbuisinstallatie
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
ATTENTIE
De drukleiding alsook de vereiste flens DIN EN 1092-1 moeten voor de installatie
van de geleidingsbuis geïnstalleerd worden. De DIN-flens moet asvrij geïnstalleerd
worden. Dat betekent dat de flensboringen symmetrisch naast de verticale middenas
van de flens liggen. De DIN-flens moet voldoende stevig in het beton bevestigd
worden.
• Houder (14/6) tegen de DIN-flens (14/9) plaatsen en met zeskantschroeven (14/7) inclusief de veerringen
(14/8) en de speciale moeren (14/10) vastschroeven.
ATTENTIE
De afgedichte kraagrand van de speciale moer (14/10) moet naar het midden van de
flens wijzen.
• Positie van de buisspanner (14/1) verticaal via de houder (14/6) vastleggen en met veiligheidspluggen 14/4)
monteren. Schroeven nog niet aanzetten!
• Geleidingsbuis (14/5) naast de opnameconus van de houder (14/6) opzetten en definitieve
geleidingsbuislengte vastleggen. Hiervoor tot aan de bovenkant van de conus van de buisspanner (28/1)
meten.
• Geleidingsbuis (14/5) tot op de betreffende lengte afkorten en op de conus van de houder (14/6) plaatsen.
• Buisspanner (14/1) in de geleidingsbuis (14/5) persen, zodat er geen speling in verticale richting blijft en de
zeskantschroeven (14/3) inclusief de veerringen (14/2) vastschroeven.
6006619-05
3
2
1
4
5
6
7
8
Afbeelding 14 Geleidingsbuisinstallatie
XRCP 250/400/500/800 PA
9
10
21
Advertenties
Inhoudsopgave
