3
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Onderstaande veiligheidsinstructies moeten in acht worden genomen en bij het gebruik
van het systeem moet rekening gehouden worden met de nieuwste technologieën.
3.1
ALGEMEEN
-
Het beveiligingssysteem mag uitsluitend door geschikte, professionele, met het be-
veiligingssysteem vertrouwde personen en volgens de laatste stand van de techniek
worden opgebouwd.
-
Het beveiligingssysteem mag uitsluitend worden gebruikt door personen die
• geschoold zijn in het gebruik van de 'Persoonlijke beschermingsmiddelen' (PBM).
• lichamelijk resp. geestelijk gezond zijn. Gezondheidsbeperkingen (problemen
met het hart en de bloedsomloop, inname van medicijnen, alcohol, enz.)
kunnen de veiligheid van de gebruiker aantasten.
• op de hoogte zijn van de plaatselijk geldende veiligheidsbepalingen.
-
Tijdens montage/gebruik van het beveiligingssysteem moeten de desbetreffende
voorschriften ter voorkoming van ongevallen (bijv.: werken op daken) in acht wor-
den genomen.
-
Er moet een schema voorhanden zijn dat rekening houdt met reddingsmaatregelen
bij alle mogelijke noodgevallen.
-
Voordat met werken begonnen wordt, moeten maatregelen getroffen worden zodat
er geen voorwerpen van de werkplek naar beneden kunnen vallen. De zone onder
de werkplek (stoep, enz.) dient vrijgehouden te worden.
-
Het beveiligingssysteem dient zodanig gepland, gemonteerd en gebruikt te worden
dat bij deskundige toepassing van de persoonlijke beschermingsmiddelen geen val
over de dakrand mogelijk is. (zie planningsdocumenten op www.innotech.at).
-
Ieder systeem is onderworpen aan maximale grenswaarden. Deze zijn terug te vinden
op het typeplaatje van het beveiligingssysteem en mogen nooit overschreden worden.
-
Het typeplaatje van het beveiligingssysteem dient goed zichtbaar te zijn voor de ge-
bruiker.
-
Bij toegang tot het beveiligingssysteem dienen de posities van de aanslagvoorzienin-
gen door schema's (bijv.: schets van het bovenaanzicht van het dak) gedocumen-
teerd te worden.
-
Na een valbelasting dient het gehele beveiligingssysteem buiten bedrijf gesteld te
worden en door een vakman/deskundige gecontroleerd te worden (deelcomponen-
ten, bevestiging op de ondergrond, enz.).
-
Er mogen geen wijzigingen aan het beveiligingssysteem worden aangebracht.
-
Als het beveiligingssysteem aan externe opdrachtnemers wordt doorgegeven, dient
schriftelijk bevestigd te worden dat deze de gebruikershandleiding begrepen heeft.
-
Indien het beveiligingssysteem in een ander land wordt verkocht, moet de gebrui-
kershandleiding in de taal van het resp. land ter beschikking worden gesteld!
-
De in het land van gebruik geldende bliksembeveiligingsbepalingen dienen in
acht te worden genomen.
Als er tijdens de montage vragen rijzen, dient u absoluut contact
op te nemen met de fabrikant.
4
ALLinONE / 221108 / www.innotech.at