6
INSPECTIE
6.1
VÓÓR ELK GEBRUIK CONTROLEREN
INNOTECH „ALLinONE" voor elk gebruik op het oog controleren op zichtbare gebreken.
LEVENSGEVAAR door beschadigingen aan het INNOTECH „ALLinONE".
!
-
INNOTECH „ALLinONE" moet in perfecte toestand zijn.
-
INNOTECH „ALLinONE" NIET meer gebruiken wanneer
GEVAAR
• beschadiging of slijtage aan bestanddelen te herkennen is
• beschadigingen door blikseminslag herkenbaar zijn,
• er andere gebreken worden vastgesteld (losse schroeven,
vervormingen, corrosie, slijtage,...),
• het systeem al een val heeft moeten opvangen (uitzondering: eerste hulp),
(controle van de kabelvoorspanning INNOTECH „AIO-ENDS-10" en
controle van de indicatorklem!),
• wanneer de productaanduiding onleesbaar is.
Ga ook na of het volledige beveiligingssysteem geschikt is voor gebruik aan de hand van
het overdrachts- en inspectieprotocol.
Bij twijfel over de veilige werking van het beveiligingssysteem,
het systeem NIET meer gebruiken en door een vakman/deskundige
laten controleren (incl. schriftelijke rapportage).
Eventueel het product vervangen.
6.2
JAARLIJKSE CONTROLE
INNOTECH „ALLinONE" moet ten minste eenmaal per jaar worden gecontroleerd door
een vakkundige persoon die op de hoogte is van de werking van het veiligheidssysteem.
De veiligheid van de gebruiker hangt af van de werking en houdbaarheid van de uitrusting.
Afhankelijk van de omgeving en de gebruiksfrequentie kunnen kortere inspectie-inter-
vallen noodzakelijk zijn (bijv. in een omgeving met een corrosieve atmosfeer).
De inspectie door een vakkundige persoon moet worden vastgelegd en deze documenta-
tie moet bij de handleiding worden bewaard.
De inspectie-intervallen staan vermeld in het inspectieprotocol.
6.3
HARNASGORDELS EN VERBINDINGSMIDDELEN CONTROLEREN
Harnasgordel en verbindingsmiddel volgens de handleiding controleren.
ALLinONE / 221108 / www.innotech.at
11