Opstarten en in bedrijf ste...
3.4 Test lokale bediening
VOORZICHTIG
MOTOR START!
Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verant-
woordelijkheid van de gebruiker om te zorgen voor een
veilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer u
3
3
niet controleert of de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden tot
lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.
NB
De [Hand on]-toets voorziet de frequentieomvormer van
een lokaal startcommando. De toets [Off] voorziet in een
stopfunctie.
Wanneer wordt gewerkt in de lokale modus kunt u [
▼
[
] gebruiken om de uitgangssnelheid van de frequentie-
omvormer te verhogen dan wel te verlagen. Met [◄] en [►]
verplaatst u de displaycursor in het numerieke display.
1.
Druk op [Hand on].
2.
Laat de frequentieomvormer accelereren door via
▲
[
] naar de volle snelheid te gaan. Door de cursor
links van het decimaalteken te plaatsen, kunt u
wijzigingen sneller invoeren.
3.
Let op eventuele acceleratieproblemen.
4.
Druk op [Off].
5.
Let op eventuele deceleratieproblemen.
Wat te doen in geval van acceleratieproblemen
•
Raadpleeg 8 Waarschuwingen en alarmen wanneer
er waarschuwingen of alarmen worden
gegenereerd.
•
Controleer of de motorgegevens correct zijn
ingevoerd.
•
Verhoog de aanlooptijd accel.tijd in 3-41 Ramp 1
aanlooptijd.
•
Verhoog de stroomgrens in 4-18 Stroombegr..
•
Verhoog de koppelbegrenzing in 4-16 Koppelbe-
grenzing motormodus.
Wat te doen in geval van deceleratieproblemen
•
Raadpleeg 8 Waarschuwingen en alarmen wanneer
er waarschuwingen of alarmen worden
gegenereerd.
•
Controleer of de motorgegevens correct zijn
ingevoerd.
•
Verhoog de uitlooptijd decel.tijd in 3-42 Ramp 1
uitlooptijd.
36
®
VLT
AQUA Drive D-Frame
Bedieningshandleiding
▲
] en
®
MG21A210 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
•
Schakel de overspanningsbeveiliging in via
2-17 Overspanningsreg..
NB
Het OVC-algoritme werkt niet bij gebruik van PM-motoren.
Zie 4.1.1 Lokaal bedieningspaneel voor informatie over het
resetten van de frequentieomvormer na een uitschakeling
(trip).
NB
3.2 Spanning inschakelen tot en met 3.3 Basisprogram-
mering gaan over het voltooien van de procedures voor
het inschakelen van de spanning naar de frequentieom-
vormer, basisprogrammering, setup en functionele tests.
3.5 Systeem opstarten
Voor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk dat
de bekabeling door de gebruiker en de programmering
zijn voltooid. Zie 6 Toepassingsvoorbeelden voor informatie
over het configureren van de toepassing. Het wordt
aanbevolen om de volgende procedure uit te voeren nadat
de toepassingssetup door de gebruiker is voltooid.
VOORZICHTIG
MOTOR START!
Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle
aangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verant-
woordelijkheid van de gebruiker om te zorgen voor een
veilige werking onder alle omstandigheden. Het niet
opvolgen van deze instructies kan leiden tot lichamelijk
letsel of schade aan de apparatuur.
1.
Druk op [Auto on].
2.
Verzeker u ervan dat de externe stuurfuncties
correct zijn aangesloten op de frequentieom-
vormer en dat de programmering is voltooid.
3.
Schakel een extern activeringscommando in.
4.
Pas de snelheidsreferentie aan voor het volledige
snelheidsbereik.
5.
Schakel het externe activeringscommando uit.
6.
Let op eventuele problemen.
Raadpleeg 8 Waarschuwingen en alarmen wanneer er
waarschuwingen of alarmen worden gegenereerd.