Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrading Naar Stuurklemmen; Stuurklemfuncties - Danfoss VLT AQUA Drive FC 200 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 200:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie
Connector 1 biedt vier programmeerbare digitale
ingangsklemmen, twee extra digitale klemmen
die te programmeren zijn als ingang of als
uitgang, een 24 V DC-voedingsklem en een
gemeenschappelijke klem voor optionele, door de
klant geleverde 24 V DC-spanning.
2
2
Connector 2 omvat de klemmen (+)68 en (-)69
voor een RS-485-aansluiting voor seriële
communicatie.
Connector 3 biedt twee analoge ingangen, één
analoge uitgang, 10 V DC-voedingsspanning en
gemeenschappelijke klemmen voor de in- en
uitgangen.
Connector 4 is een USB-poort die kan worden
gebruikt voor de MCT 10 setup-software.
Daarnaast zijn er twee relaisuitgangen met
omschakelcontact. De exacte positie van deze
uitgangen hangt af van de configuratie en
grootte van de frequentieomvormer.
Bepaalde opties die voor de eenheid kunnen
worden besteld, zijn voorzien van extra klemmen.
Zie de handleiding die bij de apparatuuroptie
wordt geleverd.

2.5.5 Bedrading naar stuurklemmen

Klemstekkers kunnen worden verwijderd voor eenvoudige
toegang.
Afbeelding 2.30 Stuurklemmen verwijderen

2.5.6 Stuurklemfuncties

De functies van de frequentieomvormer worden
aangestuurd door de ontvangst van stuuringangssignalen.
Elke klem moet worden geprogrammeerd voor
de functie die via de klem moet worden
aangestuurd. Dit is mogelijk via de parameters
die bij de betreffende klem horen.
Zie5 Programmeren en 6 Toepassingsvoorbeelden
voor klemmen en bijbehorende parameters.
Het is belangrijk om u ervan te verzekeren dat
een stuurklem is geprogrammeerd voor de juiste
30
®
VLT
AQUA Drive D-Frame
Bedieningshandleiding
®
MG21A210 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
functie. Zie 5 Programmeren voor meer informatie
over de toegang tot parameters en het
programmeren.
De standaardprogrammering van de klemmen is
bedoeld om de werking van de frequentieom-
vormer te initiëren in een typische bedrijfsmodus.
2.5.6.1 Schakelaars voor klem 53 en 54
De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen
worden ingesteld als ingangssignalen voor
spanning (-10 tot 10 V) of stroom (0/4-20 mA).
Schakel de voeding naar de frequentieomvormer
af voordat u een schakelaar omzet.
Stel de schakelaars A53 en A54 in voor het
gewenste signaaltype. U = spanning, I = stroom.
De schakelaars zijn bereikbaar wanneer het LCP is
verwijderd (zie Afbeelding 2.31).
NB
Bij gebruik van bepaalde optiekaarten die voor de eenheid
beschikbaar zijn, worden deze schakelaars afgedekt. Om de
schakelinstellingen te kunnen wijzigen, moet de
betreffende optiekaart worden verwijderd. Schakel de
voeding naar de eenheid altijd af voordat u een optiekaart
verwijderd.
Klem 53 is standaard ingesteld voor een
snelheidsreferentiesignaal in een regeling zonder
terugkoppeling, ingesteld in 16-61 Klem 53
schakelinstell..
Klem 54 is standaard ingesteld voor een
terugkoppelingssignaal in een regeling met
terugkoppeling, ingesteld in 16-63 Klem 54
schakelinstell..

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave