Installatie
2.5.3 Aarding van afgeschermde
stuurkabels
Correcte afscherming
In de meeste gevallen kunt u stuurkabels en kabels voor
seriële communicatie het beste vastzetten met behulp van
de aanwezige afschermingsklemmen aan beide uiteinden.
Dit zorgt voor het best mogelijke contact bij hoogfre-
quentkabels. Als het aardpotentiaal van de
frequentieomvormer en de PLC verschillend zijn, kan er
elektrische ruis optreden die het hele systeem verstoort.
Dit probleem is te verhelpen door een vereffeningskabel
naast de stuurkabel te plaatsen. Minimale kabeldoorsnede:
16 mm².
PLC
PE
PE
1
2
Afbeelding 2.25
1
Min. 16 mm²
2
vereffeningskabel
Tabel 2.8
Aardlussen van 50/60 Hz
Bij gebruik van zeer lange stuurkabels kunnen er
aardlussen ontstaan. Om aardlussen te elimineren, sluit u
één uiteinde van de afscherming op aarde aan via een
condensator van 100 nF (uitlopers kort houden).
PLC
PE
100nF
Afbeelding 2.26
Voorkom EMC-ruis op seriële communicatie
Deze klem wordt via een interne RC-koppeling geaard.
Gebruik kabels met gedraaide aderparen om interferentie
tussen geleiders te beperken. De aanbevolen methode
wordt hieronder afgebeeld:
FC
69
68
61
PE
PE
2
Afbeelding 2.27
®
VLT
AQUA Drive D-Frame
Bedieningshandleiding
FC
PE
<10 mm
PE
FC
PE
<10 mm
FC
69
68
61
PE
<10 mm
PE
1
®
MG21A210 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1
Min. 16 mm²
2
vereffeningskabel
Tabel 2.9
De aansluiting op klem 61 kan eventueel ook worden
weggelaten:
FC
69
68
PE
PE
1
2
Afbeelding 2.28
1
Min. 16 mm²
2
vereffeningskabel
Tabel 2.10
2.5.4 Stuurklemtypen
De functies en standaardinstellingen van de klemmen
worden in het kort besproken in 2.5.6 Stuurklemfuncties.
2
Afbeelding 2.29 Stuurklemposities
FC
68
69
PE
<10 mm
PE
3
4
1
29
2
2