•
Onjuist weggooien van batterijen, elektronica, besmette (gebruikte)
reservoirs en extensiesets leveren een potentieel gevaar voor de ge-
zondheid op. Verwijder gebruikte batterijen, reservoirs, extensiesets en
andere gebruikte accessoires, of een pomp die niet langer functioneert
op een milieuveilige wijze, en volgens de toepasselijke regelgeving.
O
pgelet
•
Gebruik pomp niet bij temperaturen onder +2°C (36°F) of boven 40°C
(104°F).
•
Bewaar de pomp niet bij temperaturen onder -20°C (-4°F) of boven
60°C (140°F). Bewaar de pomp niet met een medicatiecassettereser-
voir of CADD™-toedieningsset erop aangesloten. Gebruik de bijgele-
verde beschermcassette.
•
Stel de pomp niet bloot aan een luchtvochtigheidsgraad onder 20% of
boven 90% relatieve vochtigheid.
•
Bewaar de pomp niet gedurende lange tijd met de batterijen erin.
•
Ingevroren medicatie mag alleen op kamertemperatuur worden
ontdooid. Verwarm het medicatiecassettereservoir niet in een magne-
tron, aangezien de medicatie of het medicatiecassettereservoir hier-
door beschadigd kan worden of lekken kunnen ontstaan.
•
Dompel de pomp niet onder in reinigingsvloeistof of water en zorg
dat er geen oplossing in de pomp lekt, op het toetsenblok achterblijft
of de batterijhouder binnendringt.
•
Maak de pomp niet schoon met aceton, andere plastic-oplosmiddelen
of schuurmiddelen, aangezien deze de pomp kunnen beschadigen.
•
Stel de pomp niet bloot aan therapeutische niveaus van ioniserende
straling, aangezien het elektronische circuit van de pomp hierdoor
permanente schade kan oplopen. De beste handelswijze is om de
pomp tijdens therapeutische bestraling van de patiënt te verwijderen.
Indien de pomp tijdens een therapeutische sessie in de nabijheid van
de patiënt moet blijven, moet hij afgeschermd worden, en na de be-
handeling dient gecontroleerd te worden of hij nog goed functioneert.
vii