Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp
Programmeren van de pomp: Algemene instructies
Voor het wijzigen van een geprogrammeerde instelling wordt voor de
meeste programmeringsschermen dezelfde procedure toegepast.
WAARSCHUWING: Houd rekening met het nauwkeurigheidsper-
centage (± 6%) van het toedieningssysteem bij het programmeren van
de pomp en/of het vullen van het medicatiecassettereservoir. Doet u
dit niet, dan kan de medicatie in het reservoir sneller leeg zijn dan
verwacht. Als de pomp gebruikt wordt voor toediening van kritische
of levensondersteunende medicatie, dan kan een onderbreking van de
toediening van de medicatie leiden tot letsel van de patiënt.
•
Controleer of de pomp gestopt is en op slotniveau 0 is ingesteld.
•
Om te beginnen met programmeren, start u op het hoofdscherm en
drukt u op
„
•
Om een instelling te wijzigen, drukt u op
gewenste instelling verschijnt. (Houd deze toetsen ingedrukt om de
waarden steeds sneller te wijzigen.)
•
Druk binnen 25 seconden op
anders keert het scherm terug naar de vorige instelling.
•
Als een andere toets dan
niet opgeslagen." Druk op
geprogrammeerd wordt, kies de gewenste waarde en druk op
•
Druk op
„
om naar het volgende scherm te gaan.
•
Om een instelling onveranderd te laten, drukt u op
volgende scherm te gaan.
0
.
¤
¤
wordt ingedrukt, verschijnt "Waarde
om terug te keren naar het scherm dat
„
´
of
Î
om een wijziging te bevestigen,
„
totdat de
¤
.
om naar het