Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp
•
Druk op
„
5. Voer de dosiscyclus in.
•
Druk op
´
•
Druk op
¤
•
Druk op
„
6. Voer de KVO-snelheid in.
•
Druk op
´
•
Druk op
¤
•
„
Druk op
7. Bevestig de resterende dosis (indien van toepassing).
•
Druk op
„
8. Voer een vertraging of "Direct" in voor Dosis start: _____ .
•
Druk op
´
dosis (of "Direct") te kiezen.
•
Druk op
¤
•
„
Druk op
9. Wis de toegediende.
•
Druk op
¤
•
„
Druk op
10. Controleer de status van de luchtdetector.
•
Controleer of de gewenste instelling wordt weergegeven. Dit
scherm wordt weergegeven ongeacht of de luchtdetector wel of niet
is ingeschakeld (op hoog of laag).
WAARSCHUWING: Als de luchtdetector is uitgeschakeld, zal
de pomp geen lucht detecteren in de lijnen van het vloeistofpad.
Het verdient aanbeveling om het vloeistofpad regelmatig te
controleren en eventuele lucht te verwijderen om luchtembolie
te voorkomen. Luchtembolie kan de dood of ernstig letsel van de
patiënt tot gevolg hebben.
.
of
Î
om de gewenste cyclus te kiezen.
.
.
of
Î
om de gewenste KVO-snelheid te kiezen.
.
.
.
of
Î
om de gewenste vertraging tot de volgende
.
.
als u de toegediende hoeveelheid wilt wissen.
.