Macro
INFORMATIE
● Als u de zoomring naar de zoommarkering op de cilinder van de lens draait, verandert de
macromodus naar Auto macro (tenzij het toestel in de modus S.MACRO staat).
● Als u de macromodus hebt ingeschakeld, bestaat de kans dat de camera gaat trillen.
Als dat het geval is, lost u dit probleem op door een statief te gebruiken.
● Als u een opname maakt binnen een afstand van 10cm (MACRO-instelling), selecteert u
de modus FLASH OFF (FLITSER UIT).
● Als u een opname maakt van een afstand van minder dan 5cm, kan het enige tijd duren
voordat de automatische scherpte-instelling (AF) nauwkeurig is scherpgesteld.
■ Beschikbare scherpstellingsmethode, per opnamemodus. De items die worden aangeduid
met
Modus
Auto
O
Macro
O
Supermacro
O
Automati s che macro
O
Modus
Auto
O
O
Macro
O
O
Supermacro
O
O
Automati s che macro
O
O
[56]
zijn standaardinstellingen. (O: Selecteerbaar, X: Niet selecteerbaar)
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
X
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O