Macro
■ Als het menu niet wordt weergegeven, kunt u de knop
Macro/ Omlaag gebruiken om macro-opnames te maken.
■ Typen scherpstellingsmodi en instelbereiken
Type
AUTO
scherpstell
Wide
ingsmodus
Instelbereik
50~∞
● De macromodus instellen
1. Druk op de macroknop (Omlaag). Het pictogram voor de
macromodus wordt nu weergegeven op het LCD-scherm.
2. Selecteer het gewenste pictogram voor de macromodus door
aan de draaiknop aan de achterzijde (JOG2) te draaien.
3. Druk op de macroknop (Omlaag) om de instelling uit te voeren.
● De supermacromodus instellen
1. Draai aan de zoomring en zet de ring in de
stand S.MACRO op de zoombalk.
2. Druk op de macroknop (Omlaag).
Het pictogram voor de macromodus wordt nu
weergegeven op het LCD-scherm.
3. Selecteer het pictogram voor de supermacromodus
(
) door aan de draaiknop aan de achterzijde
(JOG2) te draaien.
4. Druk op de macroknop (Omlaag) om de instelling uit te
voeren.
Macro
Tele
Wide
10~70
150~430
400~∞
Supermacro
Tele
Wide
Tele
3~70
(Scherpstellingsbereik:
50 tot 100 m)
Zoomring
[ De supermacromodus selecteren ]
Eenheid : cm
Automatische macro
Wide
Tele
∞
∞
10~
150~
[ Macro-pictogrammen ]
[55]