Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
De camera maakt geen foto's wanneer u op de sluiterknop drukt
ㆍEr is onvoldoende geheugen beschikbaar
→ Verwijder afbeeldingsbestanden die u niet meer nodig hebt
ㆍDe geheugenkaart is niet geformatteerd
→ Formatteer de geheugenkaart (p.116)
ㆍHet geheugen is vol
→ Plaats een nieuwe geheugenkaart
ㆍDe camera is uitgeschakeld
→ Zet de camera aan
ㆍDe batterijen zijn zwak
→ Opgeladen batterij plaatsen
De camera wordt plotseling uitgeschakeld tijdens het gebruik
ㆍDe camera is uitgeschakeld vanwege een storing
→ Verwijder de batterijen en plaats deze opnieuw en schakel daarna de camera opnieuw in
De foto's zijn wazig
ㆍEr werd een opname gemaakt van het onderwerp zonder dat de juiste macromodus is
ingesteld.
→ Selecteer een geschikte macromodus voor het maken van een duidelijke opname.
ㆍEen opname maken buiten het flitserbereik
→ Een opname maken binnen het flitserbereik
ㆍDe lens zit vol vlekken of is vuil
→ Maak de lens schoon
ㆍDe scherpte is niet juist ingesteld in de modus voor handmatige scherpstelling.
→ Stel de juiste scherpte in in de modus voor handmatige scherpstelling.
ㆍDe camera bewoog bij het gebruik van een hoge zoomfactor.
→ Gebruik een statief als u met een hoge zoomfactor werkt.
De flitser gaat niet af
ㆍDe flitser is uitgeschakeld
→ Schakel de modus flash off uit
ㆍIn deze cameramodus kan de flitser niet worden gebruikt
→ Raadpleeg de instructies bij de flitser (p.57~60)
De weergegeven datum en tijd zijn onjuist
ㆍDe datum en tijd zijn onjuist ingesteld of de camera heeft de standaardinstellingen geactiveerd
→ Stel de datum en tijd in op de juiste waarde
[132]