Aansluitingen ketel
Ketelafmetingen
Voedingswateraansluiting
Leidingen monteren
Gevaar
Gevaar voor letsels bij het openen van ketelaan-
sluitingen die onder druk staan.
Ketelaansluitingen enkel in drukloze, afgekoelde
toestand openen.
1. Installatie grondig spoelen (vooral bij aansluiting
van de ketel op een bestaande installatie).
2. Buisleidingen belastingvrij en spanningsvrij monte-
ren.
Opmerking
Alle leidingen zonder belasting en spanning aanslui-
ten.
Meet- en regelinrichtingen monteren (optionele accessoires)
Selectiecriteria voor meet- en regelinrichtingen:
■
hoogte van de werkingsdruk van de ketel
■
Ketelmodus:
–
met continu toezicht
zonder continu toezicht
–
14
(vervolg)
18 bar
PN 40 DN
20 bar
PN 40 DN
22 bar
PN 40 DN
25 bar
PN 40 DN
PN 40 DN
9
A
B
65
65
80
65
65
65
65
65
―
―
―
―
65
65
65
Als een ECO voorhanden is:
1. verbindingsleiding tussen de uitlaataansluiting op
de ECO en de voedingswateraansluiting op de
ketel monteren.
2. Verbindingsleiding met het meegeleverde isolatie-
materiaal isoleren.
3. Thermometer op de verbindingsleiding monteren.
Opmerking
Evt. werd de verbindingskabel al in de fabriek
gemonteerd.
Montage van de inrichting
Montagehandleiding van de fabrikant
Elektrische aansluiting van de inrichting
Aansluit- en bedradingschema
C
D
E
80
80
80
80
80
80
―
―
―
―
―
―
80
80
80
F
G
80
―
―
―
―
―
―
―
80
80