Extra functies programmeren
1.1 DOS 1 (vloeibaar reinigingsmid-
del) via DOS-module G 60 of C 60
- optie -
1.1.1 Dosering (algemene parameter)
instellen:
• Zet de doseerschakelaar van de
DOS-module op "10" (alleen bij
DOS-module C 60).
Stel de dosering (concentratie) in vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant
van het reinigingsmiddel.
Voorbeeld: De fabrikant van het reini-
gingsmiddel adviseert een concentratie
van 0,5%. De in te stellen waarde is
dan 0.50.
• Zet de programmaschakelaar op B.
In het display verschijnt de doseertijd
in seconden voor de dosering van
het doseerapparaat in de deur (poe-
dervormige reinigingsmiddelen) of de
ingestelde concentratie voor vloeiba-
re reinigingsmiddelen in %:
"10" = dosering via het doseerappa-
raat in de deur (10 seconden) of
"0.10" - "1.00" = concentratie van
0,1%-1%.
• Druk zo vaak op de toets fg] of houd
de toets zo lang ingedrukt totdat de
gewenste waarde verschijnt. De do-
seertijd/concentratie is nu ingesteld.
Ingestelde waarde:_
1.1.2 Doseersysteem ontluchten:
a) Als u zojuist de concentratie heeft in-
gesteld, gaat u als volgt te werk:
• Zet de programmaschakelaar op A.
In het display verschijnt "do1".
• Druk op de toets fg|.
Het doseersysteem wordt nu automa-
tisch ontlucht. Na afloop verschijnt in
het display een "0".
Na wijziging van een waarde of van
alle waarden:
Druk op de toets
verschijnt "SP".
). In het display
• Druk nogmaals op de toets (§>]. De
wijziging wordt in het geheugen op-
geslagen.
b) Als u alleen wilt ontluchten (omdat
het doseersysteem bijvoorbeeld hele-
maal is leeggezogen), gaat u als volgt
te werk:
• Kies programmeermenu 2 (zie 1.).
Ga als volgt verder:
• Zet de programmaschakelaar op A.
In het display verschijnt "do1".
• Druk op de toets f||.
Het doseersysteem wordt nu automa-
tisch ontlucht. Na afloop verschijnt in
het display een "0".
• Schakel de automaat uit (toets 1-0).
Na het ontluchten van het doseersys-
teem altijd:
• het programma J_ (VOORSPOELEN)
starten, zodat de middelen die na het
ontluchten in de spoelruimte zijn te-
rechtgekomen verdund en wegge-
spoeld worden.
40