Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Snelkiescodes ...
U kunt een serie codes (01-50) gebruiken om extra
fax- of telefoonnummers of internet-adressen en
namen in te stellen; deze worden automatisch gese-
lecteerd wanneer u op de toets S. DIAL drukt, de
betreffende code invoert en op de toets START
drukt.
Ook kunt u een document gereserveerd verzenden.
In dat geval wordt het verzonden document niet di-
rect door het ontvangende faxtoestel afgedrukt. Voor
deze zendmethode moet het faxtoestel van de
correspondent beschikken over een speciale ge-
heugenplaats, "Mailbox" genoemd (zie het specifie-
ke gedeelte hierover).
Fax/telefoonnummer toewijzen:
1.
Controleer of het display de oorspronkelijke
standby-modus met datum en tijd weergeeft.
RX OP FAX
09-10-99
2.
Druk op de toets FUNCTION:
1.TX UIT GEH.
3.
Druk op toets 8 op het numerieke toetsenbord.
8.INSTELLING
4.
Druk op de toets START.
DATUM EN TIJD
5.
Druk op de toets FUNCTION tot op het display
verschijnt:
SNEL KIEZEN
6.
Druk op de toets START.
DRUK SNEL KIEZEN
(01 - 50):
7.
Voer de snelkiescode in waaraan u het
fax/telefoonnummer wilt toewijzen (bijv. 01).
01: FAX/TEL. NR.
_
F
UNCTIE FAXTOESTEL
100%
16:18
/1-9
/1-9
,
Indien er reeds een fax- of telefoonnummer is
opgeslagen, zal dit op het display verschijnen.
8.
Vorm het gewenste faxnummer (max. 64 cijfers)
direct op het numerieke toetsenbord van uw fax-
toestel.
,
Indien u een verkeerd nummer hebt ingevoerd,
plaatst u de cursor op het verkeerde nummer
en overschrijft dit met het juiste nummer.
Om het nummer volledig te wissen, drukt u op
de toets CLEAR.
,
Indien uw faxtoestel aangesloten is op een
PBX, kunt u een buitenlijn nemen door op de
toets
(EXTERNAL) te drukken voordat u het
nummer vormt. Op het display verschijnt de
letter "E" (external). Indien de buitenlijnmodus
van uw telefooncentrale verschilt van de op uw
faxtoestel ingestelde modus, moet u de confi-
guratie van uw faxtoestel overeenkomstig aan-
passen (zie "Aansluiten op een privé-lijn", in
het hoofdstuk "Het faxtoestel configureren
voor de kenmerken van de telefoonlijn").
,
Indien het nummer van de correspondent een
ander zonenummer heeft, kunt u het beste een
pauze inlassen (d.m.v. de toets
tussen de internationale code, het zonenummer
en het abonneenummer van de correspondent
9.
Druk op de toets START om de instelling te be-
vestigen. Het faxtoestel vraagt u om de naam
van de correspondent in te voeren
1:NAAM
_
(PAUSE))
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave