BIJZONDERE GEVALLEN BIJ NUMMER
VORMEN ...
In de volgende gevallen verandert de procedure om
het nummer te vormen bij stap 3 (procedure A) en bij
stap 4 (procedure B).
• Het faxtoestel is aangesloten op een PBX.
Neem de buitenlij door de toets
ken voordat u het nummer vormt. Op het display
zal een "E" (external) verschijnen.
Indien de buitenlijnmodus van uw PBX verschilt
van die op uw faxtoestel, dient u deze laatste te
programmeren overeenkomstig de gewenste bui-
tenlijnmodus (zie "Aansluiten op een PBX", in
het hoofdstuk "Het faxtoestel configureren
voor de kenmerken van de telefoonlijn").
• De kiesmodus tijdelijk wijzigen.
Indien het faxtoestel op de pulskiesmodus inge-
steld is (zie hoofdstuk "Het faxtoestel configu-
reren voor de kenmerken van de telefoonlijn")
en u wilt het op de toonkiesmodus instellen:
− kunt u de kiesmodus tijdelijk wijzigen door op
*
de toets
te drukken voor of tijdens het kie-
zen van het nummer.
Na de verzending zal het faxtoestel steeds naar
de vooraf ingestelde kiesmodus terugkeren.
• U wilt de correspondent terugbellen zonder
zijn/haar nummer opnieuw te vormen.
Het faxtoestel slaat steeds de 10 laatst ge-
vormde nummers op (behalve bij verzending
vanuit het geheugen). U kunt een van deze
nummers opvragen door, met het document in
de ADF gestoken, achtereenvolgens op de vol-
gende toetsen te drukken:
{
y
START. Deze functie is ook van nut
03
wanneer de verzending niet heeft plaats gevonden
ondanks de automatische kiesherhalingen.
• Het nummer van de correspondent heeft een
ander zonenummer.
Indien het nummer van de correspondent een
ander zonenummer heeft, kunt u in de pulskies-
modus het beste een pauze inlassen, (toets
(PAUSE)) tussen de internationale code, het zo-
nenummer en het abonneenummer van de cor-
respondent. In het nummer op het display ver-
schijnt een "P" (pauze).
• Het faxtoestel van de correspondent is aan-
gesloten op een centrale die een tweede toon
moet detecteren om de verbinding tot stand
te brengen.
F
UNCTIE FAXTOESTEL
in te druk-
(RE-SELECTION),
Om het gekozen nummer in staat te stellen een
tweede toon te detecteren, drukt u op de toets F
(FUNCTION) terwijl u het nummer vormt. Op het
display verschijnt ":" (deze functie is slechts in
bepaalde landen beschikbaar).
• Indien u de kiestoon wilt horen terwijl u kiest
zonder de hoorn op te nemen (handen vrij).
Het faxtoestel is zo ingesteld dat u zowel de
kiestonen als de verbindingstonen hoort. Is dit
tocht niet het geval, dan moet u de volgende
procedure uitvoeren of het gedeelte "Verbin-
dingssignalen weergeven", in het hoofdstuk
"Geavanceerd gebruik" raadplegen.
Procedure:
oftewel:
1.
Druk op de toets HOOK op het faxtoestel om de
lijn te nemen.
VORM NUMMER
_
2.
Kies het nummer van de correspondent via het
numerieke toetsenbord van het faxtoestel.
VORM NUMMER
011 230087
3.
Druk op de toets START om de verzending te
starten.
• Indien u snelkiesprocedures wilt gebruiken
Het faxtoestel biedt ook snelkiesfuncties, zoals
de one-touch-toetsen en snelkiescodes, die ech-
ter eerst geprogrammeerd moeten worden, vol-
gens de beschrijving in het gedeelte "One-
touch-toetsen en snelkiescodes programme-
ren".
Wanneer u ze geprogrammeerd hebt, hoeft u
slechts op een enkele toets (one-touch-toets) of
een toets gevolgd door een 2-cijferige code
(snelkiescode) te drukken om een nummer te
vormen (zie het gedeelte "Verzenden via one-
touch-toetsen" en "Verzenden via snelkiesco-
des").
29