7
Bediening
7.1
Werking
p
3
2
Fig. 31: Functiediagram Control EC-Booster
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control EC/ECe-Booster • Ed.02/2023-08
Zie daarvoor ook
▶
Overzicht van de onderdelen: Wilo-Control EC-Booster [} 13]
Wilo-Control EC-Booster
2
Inschakeldrempel
3
Uitschakeldrempel basislastpomp
4
Uitschakeldrempel pieklastpompen
In normaal bedrijf houdt de installatie de druk tussen de bij- en uitschakeldrempel. De rege-
4
ling geschiedt in dit geval als tweepuntsregeling, een druksensor registreert de werkelijke
drukwaarde. Wanneer de inschakeldrempel onderschreden wordt, wordt de basislastpomp
ingeschakeld. Naargelang de vereiste vermogensbehoefte worden de pieklastpompen ach-
tereenvolgens bijgeschakeld. Wanneer de uitschakeldrempel van de pieklastpompen over-
schreden wordt, schakelt de installatie de pieklastpompen achtereenvolgens uit. Wanneer de
uitschakeldrempel van de basislastpomp overschreden wordt, schakelt de installatie de ba-
Q
sislastpomp achtereenvolgens uit. Tijdens bedrijf verschijnt een mededeling op de LC-dis-
play en de groene led brandt. Ter optimalisatie van de pomplooptijden vindt regelmatig een
pompwisseling plaats.
Bij een storing wordt automatisch naar een andere pomp omgeschakeld. De foutcode wordt
op de LC-display weergegeven en de rode led brandt. De uitgangen voor de verzamelsto-
rings- (SSM) en enkelstoringsmelding (ESM) worden geactiveerd.
Wanneer het watergebrekniveau in de breektank (droogloopbeveiliging) wordt bereikt,
worden alle pompen uitgeschakeld. De foutcode wordt op de LC-display weergegeven en de
rode led brandt. De uitgang voor de verzamelstoringsmelding (SSM) wordt geactiveerd.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Er bestaat levensgevaar bij een open schakelkast.
• Schakelkast alleen gesloten bedienen.
• Laat werkzaamheden aan inwendige onderdelen door een elektricien
uitvoeren.
nl
25