Maaihoogte instellen
Belangrijk
Dit maaidek maait vaak ongeveer 6 mm
lager dan een maaidek van een kooimaaier met dezelfde
standaard instelling. Het kan noodzakelijk zijn deze
roterende maaidekken 6 mm hoger af te stellen dan de
maaidekken van kooimaaiers in hetzelfde bereik.
Belangrijk
U krijgt gemakkelijker toegang tot het
achtermaaidek door dit te verwijderen van de
tractie-eenheid. Als het maaidek is uitgerust met een
Sidewinder , moet u de maaidekken naar rechts bewegen,
het achtermaaidek verwijderen en dit aan de rechterkant
naar buiten schuiven.
1. Laat het maaidek neer op de grond, zet de motor af en
haal het sleuteltje uit het contact.
2. Draai de tapbout los waarmee beide maaihoogtebeugels
zijn bevestigd aan de maaihoogteplaat (voor- en beide
zijkanten) (Fig. 2).
3. Verwijder de tapbout en begin met de instelling van de
voorkant.
3
1
Figuur 2
1. Maaihoogtebeugel
2. Maaihoogteplaat
4. Ondersteun de maaikamer en verwijder het afstandsstuk
(Fig. 2).
5. Zet de maaikamer op de vereiste maaihoogte en plaats
het afstandsstuk in de bijhorende opening en gleuf voor
de maaihoogte (Fig. 3).
2
3. Afstandsstuk
Figuur 3
6. Plaats de schroefplaat op één lijn met het afstandsstuk.
7. Draai de tapbout met de hand vast.
8. Doe hetzelfde 4–7 voor de instelling van beide
zijkanten.
9. Draai alle drie tapbouten vast met een torsie van 41 Nm.
Opmerking: Bij een instelling van meer dan 38 mm kan
een tijdelijke montage op een tussenhoogte nodig zijn
teneinde vastlopen te voorkomen (d.w.z op een maaihoogte
van 32 mm tot 70 mm zetten).
Rollerschraper (optioneel)
afstellen
Met de optionele schraper voor de achterroller bereikt u de
beste resultaten als de afstand tussen de schaper en de roller
steeds 0,5–1 mm bedraagt.
1. Draai de twee bovenste bevestigingsschroeven en de
twee onderste flensmoeren los (Fig. 4).
1
Figuur 4
1. Rollerschraper
2. Bevestigingsschroef
2. Schuif de schraper op en neer totdat de afstand tussen
de stang en de roller 0,5–1 mm bedraagt.
3. Zet de bevestigingsschroeven en de flensmoeren vast
met een torsie van 41 Nm. Draai ze om beurten aan.
7
2
3
m–5417
3. Flensmoer