Mesvlak
Het roterende maaidek is in de fabriek ingesteld op een
maaihoogte van 51 mm en een hoekgrootte van 7,9 mm. De
hoogten aan de linker en de rechterkant zijn eveneens in de
fabriek ingesteld en wel zodanig dat zij maximaal
0,75 mm van elkaar afwijken.
Het maaidek is ontworpen om stoten tegen het mes te
weerstaan zonder dat de maaikamer wordt vervormd. Als u
een vast voorwerp raakt, moet u controleren of het mes is
beschadigd, en of het mesvlak nog nauwkeurig is afgesteld.
Het mesvlak controleren
1. Verwijder de hydraulische motor van het maaidek en
maak het maaidek los van de tractie-eenheid.
2. Gebruik een takel (of werk met minstens twee
personen) en plaats het maaidek op een vlakke plaat.
3. Plaats een merkteken op een uiteinde van het mes met
een verfpen of een viltstift. Gebruik dit uiteinde om alle
hoogten te controleren.
4. Zet de snijrand van het gemarkeerde uiteinde op 12 uur
(recht naar voren in de maairichting) (Fig. 11) en meet
de afstand van de plaat tot de snijrand van het mes.
6 uur
9 uur
12 uur
Figuur 11
5. Draai het gemarkeerde uiteinde van het mes op 3 en
9 uur (Fig. 11) en meet de hoogten.
6. Vergelijk de hoogte die is gemeten in de 12 uur positie,
met de maaihoogte-instelling. Deze mag niet meer dan
0,75 mm afwijken. De hoogten in de 3 en 9 uur positie
moeten 3,75 2 mm hoger dan de 12 uur instelling zijn
en mogen niet meer dan 2 mm van elkaar afwijken.
Als een van deze hoogten niet beantwoordt aan de
specificatie, gaat u naar Mesvlak afstellen, blz. 13.
Mesvlak afstellen
Begin met de afstelling van de voorkant (verander telkens
één maaihoogtebeugel).
1. Verwijder de maaihoogtebeugel (voor, links of rechts)
van het maaidekframe (Fig. 12).
2. Plaats 1,5 mm en/of 0,75 mm opvulstukken tussen het
maaidekframe en de maaihoogtebeugel om de gewenste
maaihoogte-instelling te verkrijgen (Fig. 12).
1. Maaihoogtebeugel
3. Monteer de maaihoogtebeugel aan het maaidekframe,
waarbij u de overgebleven opvulstukken onder de
3 uur
maaihoogtebeugel plaatst.
4. Zet de inbusbout/het afstandsstuk en de flensmoer vast.
Opmerking: De inbusbout/het afstandsstuk moeten met
Loctite bijeen worden gehouden om te voorkomen dat het
afstandsstuk in het maaidekframe valt.
5. Controleer de 12 uur hoogte en stel deze indien nodig
bij.
6. Controleer of één of beide (linker en rechter)
maaihoogtebeugels moeten worden afgesteld. Als de
zijkant in de 3 of 9 uur positie 3,75 2 mm hoger dan de
nieuwe hoogte aan de voorkant is, hoeft die kant niet te
worden afgesteld. Stel de andere kant af en zorg ervoor
dat de hoogte ervan niet meer dan 2 mm afwijkt van
de hoogte van de goed afgestelde kant.
7. Stel de rechter en/of linker maaihoogtebeugels af door
stappen 1 tot en met 3 te herhalen.
8. Draai de rijtuigbouten en de flensmoeren vast.
9. Controleer nogmaals de 12, 3, en 9 uur hoogten.
13
1
2
Figuur 12
2. Opvulstukken