Onbewogen foto's maken zonder flitser
De flitser gaat automatisch af als er te weinig licht is en kan onscherpe foto's veroorzaken.
Als u bij weinig licht zonder flitser fotografeert, zet u de flitserfunctie op [$] (flitser uit) en verhoogt
u vervolgens de ISO-gevoeligheid.
g "Y#-knop Gebruik van de flitser" (Blz. 16)
Kies een hogere [ISO]-instelling
g "ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen" (Blz. 22)
Het beeld is te korrelig
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat het beeld korrelig wordt.
Digitale zoom gebruiken om close-ups te maken
• Met de digitale zoom wordt een uitsnede van het beeld gemaakt en vergroot. Hoe sterker de
vergroting, des te korreliger het beeld.
g "Zoomknop Inzoomen tijdens het fotograferen / In close-up weergeven" (Blz. 16)
Kies een hogere ISO-gevoeligheid
• Als u de [ISO]-instelling verhoogt, kan er "ruis" ontstaan, dat als puntjes met ongewenste
kleuren of als oneffenheden in de kleur verschijnt, en het beeld korrelig maken. Deze camera
is uitgerust met een functie voor fotograferen met een hoge gevoeligheid met
ruisonderdrukking. Door de ISO-gevoeligheid te verhogen kan er echter ruis ontstaan,
afhankelijk van de lichtomstandigheden.
g "ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen" (Blz. 22)
Foto's maken met het motiefprogramm f op M, W, S or X
• Als u foto's maakt van donkere onderwerpen met gebruik van bovenstaande
motiefprogramma's, kan het beeld korrelig worden.
g "f Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie"
(Blz. 13)
Foto's maken met de juiste kleur
• De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is de
lichtbron die het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren kan
bepalen. In normale gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans, maar
afhankelijk van het object kan het beter zijn om de [WB]-instelling handmatig aan te passen.
• Als het onderwerp zich op een zonnige dag in de schaduw bevindt.
• Als het onderwerp wordt verlicht door zowel natuurlijk licht als verlichting binnen,
bijvoorbeeld wanneer het onderwerp zich vlakbij een raam bevindt.
• Als de kleur wit niet in het midden van het beeld voorkomt.
g "WB Kleur van een foto aanpassen" (Blz. 21)
Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
• Vaak worden heldere onderwerpen (bijvoorbeeld sneeuw) donkerder afgebeeld dan de
natuurlijke kleuren. Door OF in positieve [+] zin te corrigeren wordt het onderwerp in
natuurlijker kleurschakeringen afgebeeld. Omgekeerd kan het goed zijn om in negatieve zin
[–] te corrigeren wanneer u donkere onderwerpen fotografeert. Soms verkrijgt u bij gebruik
van de flitser niet de helderheid (belichting) die u wilde.
g "OF / <-knop Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie) / Beelden printen" (Blz. 15)
41
NL