Bestaande tekst
Ga als volgt te werk om een attribuut toe te passen op eerder ingevoerde tekst:
Houd Shift
1.
attribuut wilt activeren.
Hierdoor wordt de tekst gemarkeerd.
Het markeren werkt per regel. U kunt niet meer dan één regel tegelijk markeren.
Druk op Lettertype
2.
Kies het gewenste attribuut en kies AAN.
3.
Druk op OK
4.
Alle gemarkeerde tekst wordt met het attribuut weergegeven.
Als u de markering van de tekst wilt verwijderen, drukt u op een van de
navigatietoetsen.
Ga als volgt te werk als een attribuut wilt verwijderen dat eerder op tekst is toegepast:
Houd Shift
1.
attribuut wilt verwijderen.
Druk op Lettertype
2.
Kies het gewenste attribuut en kies UIT.
3.
Druk op OK
1.
Het attribuut is verwijderd van de tekst.
ingedrukt terwijl u de cursor verplaatst over de tekens waarvoor u het
.
of Enter
.
ingedrukt terwijl u de cursor verplaatst over de tekens waarvan u het
.
of Enter
.
Opmaak
Lettertype
Gebruikershandleiding voor de BMP71
45