nl De Bediening in essentie
8.3 Kleurtint van de lichtringen
De lichtring achter de bedieningsknop brandt bij bedrijf
oranje. U kunt kiezen uit twee tinten.
9 De Bediening in essentie
9.1 Kookplaat inschakelen
Opmerkingen
¡ Wanneer het apparaat geen verbinding met het
thuisnetwerk heeft gemaakt of de verbinding werd
onderbroken, dan wordt tijdens het inschakelen van
de kookplaat altijd de eerste instelling van de net-
werkverbinding geactiveerd.
¡ Gebruik het apparaat nooit zonder filter en overloop-
reservoir.
¡ Als u een pan op een flexibele kookzone plaatst,
herkent de kookplaat de pan en de kookzone wordt
automatisch gekozen. Meer informatie vindt u onder
→ "Flex Zone", Pagina 15.
¡ Wanneer er geen kookgerei op de kookzone staat
of wanneer het apparaat het kookgerei niet herkent,
dan knikkert de gekozen kookstand en de lichtring
van de bedieningsknop brandt oranje. Na ca. 9 mi-
nuten schakelt het apparaat de kookzone uit. De
lichtring achter de bedieningsknop knippert. Draai
de bedieningsknop op , dan dooft de lichtring op
de bedieningsknop.
Gebruik kookgerei met een passende diameter.
1.
Zorg ervoor dat de bodem van het kookgerei
‒
niet buiten de gemarkeerde kookzones steekt.
Kies de kookzone met de bedieningsknop.
2.
Druk de bedieningsknop in en draai deze op de ge-
3.
wenste kookstand.
a De gekozen kookstand brandt op het display.
Insteladvies voor het koken
Hier vindt u een overzicht van welke kookstanden voor welk levensmiddel geschikt zijn. De bereidingstijd kan afhan-
kelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de kwaliteit van de levensmiddelen variëren.
Kookstand
11-12
12
U kunt de tinten wijzigen, zodat alle lichtringen van ver-
schillende apparaten branden met dezelfde tint.
→ "Kleur van de lichtring wijzigen", Pagina 14
a De lichtring van de bedieningsknop brandt.
Opmerkingen
¡ Om de elektrische onderdelen van het apparaat te
¡ Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
9.2 De kookplaat uitschakelen
▶
a De restwarmte-indicatie brandt en de lichtring op de
9.3 Kooktips
Hier vindt u een overzicht van nuttige kooktips voor ge-
rechten of over het gebruik van kookgerei.
¡ Wanneer u puree, romige soepen of dikvloeibare
¡ Stel kookstand 10-12 in om voor te verwarmen.
¡ Wanneer u bereidt met deksel, de kookstand verla-
¡ Doe na het bereiden een deksel op het kookgerei,
¡ Houd voor het bereiden met de snelkookpan de
¡ Bereid het voedsel niet te lang, om de voedings-
¡ Zorg ervoor dat de olie niet rookt.
¡ Om de levensmiddelen te bruinen, deze na elkaar
¡ Sommige pannen kunnen bij het bereiden hoge
¡ Advies voor energiezuinig koken kunt u vinden on-
Bereidingsmethode
Aan de kook brengen
Aanbraden
Verwarmen
Opkoken
Blancheren
beschermen tegen oververhitting of stroomstoten,
kan het vermogensniveau van de kookplaat voor
korte tijd worden teruggebracht.
kan het vermogensniveau van de kookplaat voor
korte tijd worden teruggebracht.
Alle bedieningsknoppen in de stand 0 draaien.
bedieningsknop knippert, totdat de kookzone is af-
gekoeld.
sauzen opwarmt, deze af en toe omroeren.
gen zodra er stoom vrijkomt. Het bereidingsresultaat
wordt door het vrijkomen van stoom niet beïnvloed.
totdat u het gerecht serveert.
aanwijzingen van de fabrikant aan.
waarde te behouden. Met de timer kunt u de opti-
male bereidingstijd instellen.
en in kleine porties aanbraden.
temperaturen bereiken. Gebruik daarom pannenlap-
pen.
der
→ "Energie besparen", Pagina 7.
Voorbeelden
Water
Vlees
Vet/olie, vloeistoffen
Soepen, sauzen
Groente