ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Vijl altijd van de binnenkant van de snijtand naar buiten
toe. Til de vijl op wanneer u naar de volgende tand gaat.
Vijl eerst alle tanden aan één kant, draai daarna de
motorzaag om en vijl de tanden van de andere kant.
•
Vijl zo dat alle tanden even lang zijn. Wanneer de lengte
van de snijtand slechts 4 mm (0,16") bedraagt, is de
ketting versleten en moet ze vervangen worden.
Algemeen betreffende het instellen van de
snijdiepte
•
Wanneer men de snijtanden slijpt, vermindert de
tanddiepte (=snijdiepte). Om de maximum zaagcapaciteit
te behouden, moet de dieptestellernok verlaagd worden
tot de aanbevolen hoogte.
Zie de instructies in het hoofdstuk Technische gegevens
hoe groot de tanddiepte moet zijn voor de ketting van uw
motorzaag.
WAARSCHUWING! Een te grote snijdiepte
!
vergroot het terugslagrisico van de ketting!
Afstelling van de tanddiepte
•
Wanneer de snijdiepte wordt afgesteld, moeten de
snijtanden net geslepen zijn. We raden aan de snijdiepte
bij te stellen na elke derde kettingslijpbeurt. N.B.! Bij deze
aanbeveling wordt ervan uitgegaan dat de lengte van de
snijtanden niet abnormaal afgevijld werd.
•
Om de snijdiepte in te stellen heeft u een platte vijl en een
dieptestellermal nodig. We raden u aan onze vijlmal voor
de tanddiepte te gebruiken, om de juiste maat voor de
tanddiepte en de juiste hoek van de dieptestellernok te
krijgen.
•
Leg de vijlmal over de zaagketting. Informatie over het
gebruik van de vijlmal staat op de verpakking. Gebruik de
platte vijl om het overschot van het deel van de
dieptestellernok dat onder de mal uitkomt, weg te vijlen.
De snijdiepte is correct als u geen weerstand voelt
wanneer u de vijl over de mal haalt.
Ketting strekken
WAARSCHUWING! Een onvoldoende
!
gestrekte ketting kan resulteren in het
losraken van de ketting wat tot ernstige en
zelfs dodelijke verwondingen kan leiden.
Hoe meer u de ketting gebruikt, hoe langer ze wordt. Het is
belangrijk dat u de snijuitrusting aan deze verandering
aanpast.
Bij elke tankbeurt moet gecontroleerd worden of de ketting
voldoende gestrekt is. N.B.! Een nieuwe ketting vereist een
inrijperiode gedurende dewelke men vaker moet controleren
of de ketting voldoende gestrekt is.
Algemeen geldt dat de ketting zo hard mogelijk gestrekt moet
worden, maar niet harder dan dat men ze manueel rond kan
draaien.
•
Maak de zaagbladmoeren los die het koppelingdeksel/
kettingrem vergrendelen. Gebruik de combisleutel. Draai
de zaagbladmoeren met de hand zo vast mogelijk.
•
Til de zaagbladpunt op en strek de ketting door aan de
kettingstrekschroef te draaien met behulp van de
combisleutel. Strek de ketting tot hij niet langer slap hangt
aan de onderkant van het zaagblad.
•
Gebruik de combisleutel en haal de zaagbladmoeren aan
terwijl u tegelijkertijd de zaagbladpunt omhoog houdt.
Controleer of de ketting gemakkelijk rond kan gedraaid
worden met de hand en of hij niet naar beneden hangt aan
de onderkant van het zaagblad.
– 13
Dutch