Installatie
Opmerking:
Lekkage in de elektrische onderdelen kan tot beschadiging van de apparatuur of een
gesprongen zekering leiden. Houd het uiteinde van de motorkabel te allen tijde droog.
1. Controleer de gegevens op het gegevensplaatje om te zien welke aansluitingen voor
de stroomvoorziening nodig zijn.
2. Sluit de geleiders van de motorkabel, inclusief de massadraad, aan op het
klemmenbord of de starter.
3. Zorg dat de pomp goed geaard wordt.
4. Bevestig de kabelinvoer stevig vast in de meest onderste positie.
De afdichtingsmof en de afsluitringen moeten overeenstemmen met de
buitendiameter van de kabels.
GEVAAR: Explosie-/Brandgevaar
Voor installaties in explosieve of brandbare atmosferen gelden speciale regels. Installeer
het product of hulpapparatuur niet in een explosieve zone, tenzij deze explosiefbestendig
of echt veilig zijn. Als het product EN/ATEX-, MSHA- of FM-goedgekeurd is, lees dan de
extra EX-informatie in het hoofdstuk Veiligheid voordat u verdere acties onderneemt.
Kabelschema's
Aansluitingslocaties
1
L1 L2 L3
5
7
10
1
2
3
4
5
6
7
8
20
2
3
4
T1 T2
T3 T4
6
8
9
11
Startapparatuur en hoofdleidingen (L1, L2, L3)
Aarde
Functionele aarding
Besturingsdraden (T1, T2, T3, T4)
Fasewisselaar
Diode
Motorkabel
Scherm
Flygt 2620.083/.172/.281/.582 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
12
19
13
21
22
14
23
15
24
16
17
18
13
Spoel
14
Transformator
15
Condensator
16
Softstarter
17
Niveauregelaar
18
Contactpunt, startrelais of thermisch relais
19
Thermische detector in stator
20
Thermische detector in hoofdlager
20