12
Inspectie en onderhoud
12.1 Onderhoudsfrequentie
Mantel verwijderen Figuur 12.1.a
12.2 Controle voor inbedrijfname
Werkzaamheden aan de ketel mogen alleen door gekwalificeerd personeel met
gekalibreerde apparatuur plaats vinden.
Bij vervanging van onderdelen mogen uitsluitend originele ATAG Service-on-
derdelen toegepast worden. Zie hiervoor de Prijswijzer Serviceonderdelen voor
artikelnummers en exploded view tekeningen.
Voor installaties tot en met 100kW:
Dit heeft betrekking op eenheden met 2000-2500 bedrijfsuren per jaar.
Bij max. 2500 bedrijfsuren moet een inspectie uitgevoerd worden.
Bij max. 16.000 bedrijfsuren of max. 4 jaar, wat als eerste voordoet, moet onderhoud
worden uitgevoerd.
Bij intensiever gebruik dient frequentie van onderhoud naar ratio te worden verhoogd.
Bij andere omstandigheden dient frequentie van onderhoud te worden geintensiveerd.
Neem hiervoor contact op met ATAG voor nader advies.
Voor installaties meer dan 100kW:
Voor verwarmings- en stooktoestellen met een nominaal vermogen van meer dan 100
kW zijn er vanuit de overheid binnen de BEMS wetgeving specifieke regels opgesteld,
zogenaamde SCIOS regelgeving. De eigenaar/beheerder is verantwoordelijk voor het
naleven van deze regels die met name betrekking hebben op onderhoud en inspecties.
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden moeten in alle gevallen volgens het onder-
houdsvoorschrift uitgevoerd worden. In dit installatievoorschrift zijn enkele werkzaam-
heden beschreven. Zie voor de volledige inspectie- en onderhoudsvoorschriften de
Zoekhulp ATAG XL.
De gaskraan moet in geval van werkzaamheden aan de ketel worden gesloten
en tegen openen geborgd worden.
Om onderhoud aan de ketel te kunnen verrichten moet de mantel verwijderd worden.
De mantel is met 4 geborgde snelsluitingen vergrendeld. Verwijder eerst de schroeven
uit de snelsluitingen, open de snelsluitingen, til de mantel aan de onderzijde op en neem
deze naar voren weg.
Het wijzigen van instellingen zoals branderdruk en afstelling van de luchthoeveelheid
zijn overbodig. Alleen bij storing aan of vervanging van gasblok, venturi en/of ventilator
moet de nuldrukregeling en het O
worden (zie Zoekhulp).
Controleer na (onderhouds-)werkzaamheden aan de ketel altijd alle gasvoerende
delen op dichtheid (d.m.v. lekzoekspray).
percentage gecontroleerd en zonodig afgesteld
2
45