4
Plaatsing en montage
12
De opstellingsruimte voor de CV-ketel(s) moet vorstvrij zijn en blijven.
Voorschriften ten aanzien van ventilatie ten behoeve van aanvoer van verbrandingslucht
ten behoeve van 'open toestel' installatie (Afvoercategorie B) wordt beschreven in het
hoofdstuk Rookgasafvoer.
De vloer (en in geval van een wandhangende opstelling ook de wand) moet vlak en
waterpas zijn en voldoende draagvermogen hebben voor de gehele (gevulde) installatie.
De ATAG XL in cascade kent 3 montagemogelijkheden:
- Wandhangend in lijn. Alle ketels naast elkaar aan de wand
- Vrijstaand in lijn.
- Vrijstaand rug aan rug. Alle ketels rug aan rug hangend aan een vrijstaand frame
Algemene richtlijnen:
Let op de minimale afstanden tussen ketels, wanden en plafond ten behoeve
van het plaatsen en verwijderen van de mantel voor servicedoeleinden (zie
figuur 4.a.) en het plaatsen van het rookgasafvoersysteem (zie hoofdstuk rook-
gasafvoer).
50
plafond
Zie hoofdstuk rookgasafvoer
460
Figuur 4.a
maten in mm
Indien gekozen wordt voor het zelf bouwen van het hydraulische gedeelte adviseert
ATAG de toepassing van een ketelaansluitset AX00480U (Aansluitset XL als Soloketel)
per ketel. De aansluitmaten voor de ketel zijn dan:
- Aanvoer- en retourleiding ø35mm knel
- Gasleiding
Zie hoofdstuk 4.1 en 4.4
Alle ketels naast elkaar hangend aan een vrijstaand frame
Zie hoofdstuk 4.2 en 4.4
Zie hoofdstuk 4.3 en 4.4
50
600
400
ø28mm knel