18
12. Indien het icoon de status van een geselecteerde uitgang moet weergeven:
− activeer de V
− selecteer het uitgangsnummer;
− selecteer de iconen welke de actieve en inactieve uitgang status weergeven.
13. Klik op de
knop in het "Commando" veld en selecteer de functie uit de lijst voor het
nieuwe macro commando.
14. Programmeer de commando parameters.
15. Klik op de "Nieuw" knop. Een nieuw commando zal verschijnen in de lijst van
commando's die toegewezen zijn aan het macro commando. Na het klikken op het
commando kunt u nog altijd correcties maken voor de parameters. Nadat u klaar bent met
het wijzigen klikt u op de "Wijzig" knop.
16. Indien gewenst herhaalt u de stappen 13-15 om meer commando's toe te voegen.
17. Klik op het "Groepen" tabblad.
18. Klik op de gewenste groep om deze te bewerken.
19. Voer de groepsnaam in, indien deze op het scherm weergegeven dient te worden.
20. Selecteer het icoon voor de groep om weer te geven op het scherm of behoudt het
standaard icoon.
21. Schakel de B
EDIEN MACRO
weergegeven moeten worden na het tikken op één van de hoeken op het scherm.
22. Schakel de T
OON ICONEN OP HET STATUSSCHERM
hoek van het statusscherm weergegeven moet worden.
23. Klik op de "Nieuwe macro" knop waarna een lijst met alle gedefinieerde commando's zal
worden weergegeven.
24. Klik op een macro commando om deze aan de groep toe te voegen. Het macro
commando zal in een boomstructuur onder de groep worden weergegeven.
25. Klik op de "Schrijf" knop om de macro commando(s) naar het bediendeel te schrijven.
7.1.6 Statusscherm
De statusscherm gerelateerde data wordt opgeslagen in het bediendeel geheugen.
Voordat u doorgaat met het definiëren van het statusscherm dient u op de "Lezen"
knop te klikken in het "Statusscherm" tabbad om de data uit het bediendeel te lezen.
Nadat u het statusscherm geconfigureerd heeft klikt u op de "Schrijf" knop om de data
naar het bediendeel te schrijven. Deze data wordt niet gelezen / geschreven nadat
u op de
Als de T
OON ICONEN OP HET STATUSSCHERM
macro commando's, plaats dan geen elementen in een hoek van het scherm waar het
icoon weergegeven moet worden, anders zullen deze bedekt worden door het icoon.
Het DloadX programma geeft aan waar de iconen in het scherm geplaatst zullen
worden.
Het statusscherm wordt automatisch weergegeven nadat het bediendeel niet gebruikt wordt
voor 60 seconden. Dit geldt niet als de terminal in gebruik is. In dat geval kan het
statusscherm later worden getoond of zelfs helemaal niet (bijv. als het service menu geopend
is). De statusbalk aan de bovenzijde van het scherm toont de systeem status d.m.v. iconen.
De volgende informatie kan ook op het statusscherm worden weergegeven:
– een tekst gedefinieerd door de installateur,
– de blok status d.m.v. symbolen (selecteer de individuele blokken waarvan de status
weergegeven moeten worden),
OLG UITGANG STATUS
'
S OP STATUSSCHERM
knop in het DloadX menu klikt.
INT-TSH
optie;
optie in als de macro commando's
optie in als het icoon van de groep in een
optie ingeschakeld is voor een groep van
SATEL