End-Of-Line Weerstanden - Satel INT-TSH Installatiehandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor INT-TSH:
- Gebruikershandleiding (21 pagina's) ,
- Verkorte gebruikershandleiding (20 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (2 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
20
grootte van de foto's dienen niet groter te zijn dan 800 x 480 pixels en dienen in het BMP
formaat te zijn. Indien bij de tijd 0 geprogrammeerd wordt zullen de afbeeldingen niet
wijzigen (de eerste afbeelding op de microSD kaart zal dan altijd getoond worden).
Toon klok – indien de optie ingeschakeld is zal de klok en de statusbalk worden getoond
nadat het bediendeel inactief is voor 10 minuten.
Achtergrond – klik hierop om een andere achtergrond te selecteren.
Opslaan op SD kaart – klik hierop om de nieuwe achtergrond op te slaan op de microSD
kaart.
7.1.7 End-of-line weerstanden
De weerstandswaarden worden opgeslagen in het bediendeel. Voordat u de
weerstandswaarden gaat configureren dient u eerst op de "Lezen" knop te klikken in
het "EOL weerstandswaarde" tabblad om de data uit het bediendeel te lezen. Nadat
u de weerstandswaarden geconfigureerd heeft klikt u op de "Schrijf" knop om de data
naar het bediendeel te schrijven. Deze data wordt niet gelezen / geschreven nadat
u op de
De EOL weerstandswaarden zijn programmeerbaar. Afhankelijk van het alarmsysteem
waarop het bediendeel aangesloten is:
INTEGRA: de EOL weerstandswaarden voor de zones dienen per bediendeel te worden
ingesteld. De EOL weerstandswaarde voor R1 en R2 dienen te worden geprogrammeerd
(nummering van de weerstanden wordt getoond in Fig. 9). U kunt waardes invoeren van
500 Ω tot 15 kΩ. De totale weerstand (R1+R2) mag niet meer zijn dan 15 kΩ. Voor de R2
weerstand kunt u de waarde 0 programmeren. In dat geval dient de waarde gebruikt bij de
2EOL configuratie, gelijk te zijn aan de helft van de geprogrammeerde waarde bij de R1
weerstandswaarde (de waarde van één weerstand mag niet minder zijn dan 500 Ω).
Standaard zijn de volgende waardes geprogrammeerd:
R1 = 1,1 kΩ;
R2 = 1,1 kΩ.
De weerstandswaarde voor 1EOL configuraties is de som van de R1 en R2 weerstanden.
Z
Fig. 9. Nummering van EOL weerstanden (hetzelfde geld voor een NO detector).
INTEGRA Plus: de EOL weerstandswaarden dienen bij de hoofdprint zones te worden
geprogrammeerd. De zelfde parameters zullen automatisch worden ingesteld voor de
knop in het DloadX menu klikt.
2EOL/NC
COM
T
R1
A
R2
T – sabotage. A – alarm. M – maskering.
INT-TSH
Z
M
R3
3EOL/NC
COM
T
R1
A
R2
SATEL
Advertenties
Inhoudsopgave
