SATEL
Groepsadres – het groepsadres welke in het telegram wordt bijgevoegd.
Type – het telegram type.
Waarde – de waarde welke wordt bijgevoegd aan het telegram (de parameter is alleen
voor bepaalde telegram types beschikbaar).
Prioriteit – telegram prioriteit (als twee elementen op de bus tegelijk worden
verzonden, dan zal het telegram met een hogere prioriteit als eerste worden
verzonden).
KNX telegram (v2) – programmeer de volgende parameters om zo de waardes in te
stellen voor het KNX communicatie object:
Module INT-KNX – INT-KNX-2 module waar via de waarde verzonden dient te worden.
Macro commando – naam van het V
gedefinieerd te worden in de INT-KNX-2 module.
Data type – grootte en betekenis van het communicatie data object, deze dient
gedefinieerd te worden in de INT-KNX-2 module.
Waarde – in te stellen waarde (indien het data type voorziet in het zenden van een
serie van karakters dan kunt u tot 13 karakters invoeren).
Stop uitgangsvertraging (geen extra parameters hoeven geconfigureerd te worden).
Snel IN – selecteer de inschakelmode welke geactiveerd moet worden.
De blokken kunnen alleen met een gebruikerscode worden geschakeld.
Bij de zones dienen de N
De uitgangen mogen alleen van het type 24. P
106. R
OLLUIK
uitgangengroep toegewezen te zijn).
Het bediendeel kan gebruikt worden om een KNX systeem te bedienen als een
INT-KNX of INT-KNX-2 module aangesloten is op het alarmsysteem.
Definiëren van de macro commando's
1. Klik op de "Lezen" knop om de data uit het bediendeel te lezen.
2. Klik op het "Definities" tabblad.
3. Klik op de "Nieuwe macro" knop. Een nieuw macro commando zal in de lijst verschijnen.
4. Voer een naam in voor het nieuwe macro commando.
5. Als de macro commando naam in het scherm van het bediendeel weergegeven moet
worden, activeer dan de T
6. Als het macro commando uitgevoerd moet worden zonder het invoeren van een code,
voer dan een bestaande gebruikerscode in met een juist autorisatieniveau.
7. Indien het macro commando altijd via een gebruikerscode uitgevoerd dient te worden, stel
dan de C
ODE VERPLICHT
8. Indien een macro commando niet uitgevoerd mag worden als één van de blokken
ingeschakeld is, activeer dan de I
9. Indien het macro commando direct uitgevoerd dient te worden bij tikken op het icoon van
de macro commando groep, activeer dan de A
maar één macro commando toegewezen worden aan de groep).
10. Indien er geen berichten op het scherm weergegeven mogen worden na het uitvoeren
van het macro commando, activeer dan de G
11. Selecteer het icoon voor weergave van het macro commando op het bediendeel of
behoudt het standaard icoon.
O
IET
VERBRUGBAAR
of A
NEER
FSTANDSBEDIENING
optie.
OON NAAM
optie in.
NACTIEF BIJ SYSTEEM
INT-TSH
(
IRTUELE
MACRO
opties uitgeschakeld te zijn.
, 25. M
ULS
zijn (deze dienen niet aan een
IN optie.
UTO UITVOEREN
EEN BERICHT BEVESTIGING
) object type, deze dient
/B
, 105. R
AAK
REEK
OLLUIK OP
optie (bij deze optie mag
optie.
17
,