Inhoudsopgave
Advertenties
Haal de wagen uit de versnelling om de cardanassen te kunnen laten draaien en zo bij het invetmechanisme (I) te 2 kunnen
komen (Afb. 24).
De controle van de olie in het reductiewiel (A, Afb. 25) moet altijd plaatsvinden wanneer de machine koud is.
Het peil moet gecontroleerd worden met behulp van de controledop (B, Afb. 25), op het carter van het reductiewiel dat naar
de bak gericht is. Men verkrijgt vanaf de rechtzijde van de machine toegang tot deze controledop van het peil.
Voor het bijvullen de vuldop (C, Afb. 25) wegnemen en het peil tot
halverwege het controlevenster (B, Afb. 25) bijvullen. Voor de verversing
de dop (D, Afb. 25) wegnemen, die zich onder het reductiewiel bevindt.
De vuldop (C, Afb. 25) wegnemen om de olie sneller te laten wegstromen
(de uitgeputte olie moet verwerkt worden volgens de heersende
voorschriften van het LAND). Sluit de afvoerleiding met de dop (D, Afb.
25). Vullen met een hoeveelheid olie tot halverwege het controlevenster
van het peil (B, Afb. 25) (zie de tabel met de hoeveelheid
smeermiddelen). Sluit de vuldop (C, Afb. 25).
E Afb. 25 = Sluit opening
BESTUREN EN ONDERHOUD
USO E MANUTENZIONE
INVETTEN CARDANAS
AFB. 24
CONTROLE OLIEPEIL IN REDUCTIEWIEL
A
D
AFB. 25
C
B
Ed. 11/08
I
E
NL
63
Advertenties
Inhoudsopgave
