Hydraulische vloeistof
verversen
Ververs de hydraulische vloeistof in normale omstandigheden
om de 400 bedrijfsuren. Als de vloeistof verontreinigd raakt,
moet u contact opnemen met uw plaatselijke Toro-dealer
omdat het systeem dient te worden schoongespoeld.
Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking
met schone vloeistof melkachtig of zwart uit.
1. Zet de motor af en open de motorkap.
2. Maak de hydraulische leiding (Fig. 54) los of verwijder
het hydraulische filter (Fig. 55) en laat de hydraulische
vloeistof in een opvangbak lopen. Monteer de
hydraulische leiding als er geen hydraulische vloeistof
meer naar buiten komt.
1
Figuur 54
1. Hydraulische leiding
Figuur 55
1. Hydraulische filter
3. Vul het reservoir (Fig. 56) met ongeveer 13,2 liter
hydraulische vloeistof; zie De hydraulische vloeistof
controleren, blz. 19.
Belangrijk
Gebruik uitsluitend de gespecificeerde
hydraulische vloeistoffen. Andere vloeistoffen kunnen
schade aan het systeem veroorzaken.
1
42
1
Figuur 56
1. Hydraulische reservoir
4. Plaats de dop weer op het reservoir. Start de motor en
gebruik alle hydraulische bedieningsorganen om de
hydraulische vloeistof door het hele systeem te verspreiden.
Controleer ook op lekkages; zet daarna de motor af.
5. Controleer het vloeistofpeil en vul voldoende vloeistof
bij totdat het peil de VOL-markering op de peilstok
bereikt. Niet te vol vullen.
Hydraulische filter vervangen
Het hydraulische filter moet na de eerste 10 bedrijfsuren
worden vervangen en vervolgens om de 200 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aange-
houden. Als u het filter vervangt, moet u een origineel
Toro-oliefilter monteren. De hydraulische vloeistof moet om
de 400 bedrijfsuren worden ververst of jaarlijks, waarbij de
kortste periode moet worden aangehouden.
Als u het filter vervangt, moet u een origineel
Toro-oliefilter, Onderdeelnr. 86-3010, monteren.
Belangrijk
Als een ander filter wordt gebruikt, kan de
garantie van bepaalde onderdelen komen te vervallen.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in
werking en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Trek de slang van de bevestigingsplaat van het filter.
3. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt
gemonteerd. Plaats een opvangbak onder het filter
(Fig. 55) en verwijder het filter.
4. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met
hydraulische vloeistof.
5. Zorg ervoor dat de plaats waar het filter wordt bevestigd,
schoon is. Schroef het filter erop totdat de pakking
contact maakt met de bevestigingsplaat: schroef het filter
vervolgens nog eens een 1/2 slag.
6. Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten lopen
om lucht uit het systeem te verwijderen. Zet de motor af
en controleer op olielekkages.