3. Draai de ontluchtschroef op de brandstofinjectiepomp
open (Fig. 25).
Figuur 25
1. Ontluchtschroef brandstofinjectiepomp
4. Draai het contactsleuteltje op Aan. De elektrische
brandstofpomp begint te werken. Hierbij komt er lucht
bij de ontluchtschroef naar buiten. Laat het sleuteltje op
Aan staan totdat er een volle straal brandstof bij de
schroef naar buiten komt. Zet de ontluchtschroef weer
vast en draai het sleuteltje op Uit.
Opmerking: Normaal gesproken zal de motor na
bovenstaande ontluchtingsprocedure starten. Indien de
motor echter niet start, kan er lucht tussen de injectiepomp
en de injectors zitten; zie Injectors ontluchten, blz. 39.
Het veiligheidssysteem
controleren
Voorzichtig
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
• Vervang schakelaars om de twee jaar ongeacht
of ze wel of niet naar behoren functioneren.
1. Let erop dat alle omstanders buiten het maaigebied
blijven. Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
maaidekken.
2. Wanneer de bestuurder op de stoel zit, mag de motor
niet starten als de maaidekschakelaar is ingeschakeld of
het tractiepedaal is ingetrapt. Verhelp het probleem als
het systeem niet naar behoren werkt.
3. Neem plaats op de bestuurdersstoel, zet het tractiepedaal
in de neutraalstand, schakel de parkeerrem uit en zet de
maaidekschakelaar op Uit. De motor moet starten. Kom
overeind uit de bestuurdersstoel en trap het tractiepedaal
langzaam in. De motor moet binnen 1–3 seconden afslaan.
Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren
werkt.
1
Opmerking: De machine is uitgerust met een interlock-
schakelaar op de parkeerrem. De motor zal afslaan als het
tractiepedaal is ingetrapt terwijl de parkeerrem in werking
is gesteld.
De tractie-eenheid slepen
In noodgevallen kan de machine over een korte afstand
worden gesleept; Toro raadt echter af hiervan een
standaardprocedure te maken.
Belangrijk
U mag de machine niet sneller dan 3–4,8 km
per uur slepen omdat hierdoor het aandrijfsysteem kan
worden beschadigd. Als de machine over een grote afstand
moet worden verplaatst, moet u deze vervoeren op een
vrachtwagen of een aanhanger.
1. Ga naar de omloopklep op de pomp (Fig. 26) en draai
deze 90°.
1. Omloopklep
2. Alvorens de motor te starten, moet u deze omloopklep
sluiten door deze 90° (1/4 slag) te draaien. U mag de
motor niet starten als de klep open is.
Standaard Controle Module
(SCM)
De SCM is een "ingekapseld" elektronisch apparaat dat is
vervaardigd in een "one size fits all" configuratie. De
module gebruikt halfgeleider- en mechanische elementen
ten behoeve van de controle en regeling van de standaard
elektrische functies die nodig zijn voor een veilig gebruik
van het product.
De module controleert inputs zoals neutraalstand,
parkeerrem, aftakas, starten, wetten en hoge temperatuur.
De module activeert outputs zoals de solenoïde voor de
aftakas, de startmotor en de ETR (activering om te lopen).
24
1
Figuur 26