Opmerking:
Selecteer Document Feeder (Documentinvoer) wanneer u het document wilt scannen dat is
geladen in de ADF. Selecteer Flatbed wanneer u het document wilt scannen dat is geladen op het
documentglas.
5. Selecteer uw scanvoorkeuren en klik op Adjust the quality of the scanned picture (De
kwaliteit van de gescande afbeelding aanpassen) voor het weergeven van het dialoogvenster
Advanced Properties (Geavanceerde eigenschappen).
6. Selecteer de gewenste eigenschappen inclusief helderheid en contrast en klik vervolgens op OK.
7. Klik op Scan (Scannen) om te starten met scannen.
8. Klik op Save (Opslaan) in hetFile (Bestand) menu.
9. Voer de naam van een afbeelding in en selecteer het bestandsformaat en de bestemming waar u de
afbeelding wilt opslaan.
Een scanner op het netwerk gebruiken
Overzicht
Met de functie Scan to Server/Computer (Scannen naar server/computer) kunt u documenten
scannen en het gescande document versturen naar een netwerkcomputer via het SMB protocol.
U kunt het type server selecteren en een bestemming specificeren waar u het gescande document wilt
opslaan met de EpsonNet Config of Adresboekbewerker.
De volgende items zijn vereist voor het gebruik van de functie Scan to Server/Computer (Scannen
naar server/computer).
❏ SMB gebruiken
Epson AcuLaser CX29 Series
SMB
Gebruikershandleiding
Scannen
165