Opmerking:
Bij het laden van afdrukmedia in de SSF gebruikt u de print driver om het papierformaat en het type in te
stellen. Raadpleeg de online help van het stuurprogramma voor meer informatie.
Deze paragraaf beschrijft hoe het papierformaat en het type dient in te stellen op het bedieningspaneel.
Zie ook:
"De printermenu's begrijpen" op pagina 240
Papierformaten instellen
1. Druk op het bedieningspaneel op de SYSTEEM-toets.
2. Selecteer Tray Settings (Lade-instellingen), en druk op de
3. Selecteer Tray 1 (Lade 1) of Tray 2 (Lade 2), en druk op de
4. Selecteer Paper Size (Papierformaat), en druk op de
5. Selecteer het juiste papierformaat voor de geladen afdrukmedia en druk dan op de
Papiertypen instellen
Belangrijk:
Papiertype-instellingen moeten overeenkomen met die van de feitelijk geladen afdrukmedia in de lade of
de cassette. Anders kunnen er afdrukkwaliteitproblemen optreden.
1. Druk op het bedieningspaneel op de SYSTEEM-toets.
2. Selecteer Tray Settings (Lade-instellingen), en druk op de
3. Selecteer Tray 1 (Lade 1) of Tray 2 (Lade 2), en druk op de
4. Selecteer Paper Type (Papiersoort), en druk op de
5. Selecteer het juiste papiertype voor de geladen afdrukmedia en druk dan op de
Epson AcuLaser CX29 Series
toets.
toets.
toets.
toets.
Gebruikershandleiding
toets.
toets.
toets.
toets.
Afdrukbasis
104