5. Selecteer de aangepaste installatie die u wilt definiëren vanaf Details.
6. Specifeer de lengte van de korte kant en de lange kant onder Settings for (Instellingen voor). U
kunt de waarden ook specificeren door deze direct in te vullen of door het gebruik van de
pijltoetsenOmhoog en Omlaag. De lengte van de korte kant kan nooit langer zijn dan de lange
kant, zelfs als deze valt binnen het aangegeven bereik. De lengte van de lange kant kan nooit korter
zijn dan de korte kant, zelfs als deze valt binnen het aangegeven bereik.
7. Om een papiernaam toe te wijzen, selecteert u het Name Paper Size (Naam van
papierformaat) keuzevakje, en voert de naam in, in Paper Name. U kunt tot 14 tekens
gebruiken voor de papiernaam.
8. Herhaal indien nodig stappen 5 tot 7 om een ander aangepast formaat te definiëren.
9. Klik tweemaal op OK.
Afdrukken op papier met aangepast formaat.
Gebruik de volgende procedures om af te drukken op Windows of Mac OS X print drivers.
De Windows print driver gebruiken
Afdrukken op papier met aangepast formaat met de PCL 6 driver als een voorbeeld:
Opmerking:
De wijze van weergeven van het dialoogvenster printerProperties (eigenschappen) hangt af van de
applicatiesoftware. Raadpleeg de handleiding van alle applicatiesoftware.
1. Selecteer in het File (Bestand) menu, Print (Afdrukken) .
2. Selecteer de printer als de te gebruiken printer en klik op Preferences (Voorkeuren) .
3. Selecteer het tabblad Paper / Output (Papier/uitvoer).
4. Selecteer het formaat van het originele document in Paper Size (Papierformaat).
5. Selecteer het juiste papiertype in Paper Type (Papiersoort).
6. Klik op het Layout (Lay-out) tabblad.
7. Selecteer vanaf Fit to New Paper Size (Passend op nieuw papierformaat), Same as Paper
Size (Hetzelfde als papierformaat).
Epson AcuLaser CX29 Series
Gebruikershandleiding
Afdrukbasis
123