Inhoudsopgave
Advertenties
3. BESCHERMING TEGEN VALLEN
Valbescherming tijdens de opbouw, afbouw of
wijzigen
Algemeen
Volgens lokale regelgeving of als resultaat van een risicoanalyse kan
het nodig zijn om tijdens de opbouw, afbouw of wijzigen van de toren
(steigerconstructie) persoonlijke valbescherming te gebruiken.
Bevestigingspunten
Bij gebruik van persoonlijke valbeveiliging zijn alleen de getoonde
aanpikpunten toegelaten.
a) Bevestigen in de rozet (in het
grote of kleine gat) – Fig. 12.
b) Bevestigen in een sport van
het frame of aan een buisligger –
Figuren. 13.
Figs. 13
Fig. 12
4. BELANGRIJKE MONTAGE-INSTRUCTIES
Werkzaamheden aan de Allround ondersteuningstoren TG60 moeten
zo mogelijk worden uitgevoerd vanuit een veilige ruimte.
AANDACHTSPUNTEN
Direct na het aanbrengen van een onderdeel de spieën
aanslaan met een ± 450gram hamer met normale kracht-
uitoefening.
TG60 torens en steigerconstructies alleen opbouwen op
voldoende dragende ondergrond (onderliggende construc-
tie). Voor de montage de ondergrond en onderconstructie
goed beoordelen. Afdoende drukverdelers toe passen.
De maximale uitspindeling in overeenkomst met de ver-
wachte spindelbelasting. De voet van de spindel niet aan
één zijde laten steunen maar over het volledige oppervlak.
De stabiliteit moet op ieder moment tijdens de opbouw,
afbouw, wijzigen en gebruik gegarandeerd zijn. Eventueel
ballast aanbrengen, afspannen, doorkoppelen of andere
maatregelen treffen.
Vloeren borgen om opwippen/lichten te voorkomen.
Bij het bewegen van de TG60 toren (kraan of verrollen)
mogen zich geen personen of materialen in en op de toren
bevinden.
De zwenkwielen zijn uitsluitend bedoeld als montagehulp
voor het plaatsen van de toren. Zodra de toren op de goede
plaats staat en belast kan worden de wielen verwijderen
of helemaal inspindelen. De toren moet op de voetspindels
staan en niet op de wielen.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
