Mogelijke voorvallen tijdens het zagen
VOORZICHTIG! Als de motor of het zaagblad om welke reden dan ook stopt, het zaagblad volledig uit de zaagsnede heffen. Zet
de motorstartschakelaar in de STOP-stand. Druk op de machinenoodstopknop op het bedieningspaneel. Inspecteer de machine
grondig voordat u hem opnieuw start.
•
Laat alle reparaties uitsluitend door uw geautoriseerde dealer uitvoeren
Probleem
De motor stopt tijdens het
zagen
Het diamantzaagblad stopt
tijdens het zagen
De zaag gaat te snel omlaag
Het zaagblad draait te
langzaam.
De regeleenheid start opnieuw
op tijdens het draaien
* Zie het hoofdstuk 'Menusysteem' voor meer informatie over waarschuwingssymbolen.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Melding op het display
Waarschuwingssymbool*
Geen waterdruk
Waarschuwingssymbool*
Machinestopknop
ingedrukt: Herstel de
machinestop en herhaal de
ontstekingscyclus.
Waarschuwingssymbool*
Oorzaak
Motor heeft geen
brandstof.
Bij te weinig water geeft de
waterveiligheidsschakelaa
r het signaal om de motor
te stoppen
De machinestopknop is
ingedrukt
Bij overmatig snel zagen,
stopt de motor
Zekering van de
stroomonderbreker is
doorgebrand
De aandrijfriemspanning is
niet goed
De bladkoppeling (indien
aanwezig) is
uitgeschakeld.
De bladkoppeling (indien
aanwezig) heeft een
elektrische storing of een
doorgebrande zekering.
De klep die het neerlaten
van de zaag regelt, staat te
ver open.
Het blad is bot of de
invoerdruk is te hoog
De accuspanning is te laag
Mogelijke handeling
Vul brandstof bij
Schakel de
waterveiligheidsschakelaar uit en
controleer de watertoevoer. Start dan
de motor weer.
Reset de stopknop door deze omhoog
te trekken.
Luister naar het geluid van de motor.
Als de motor langzamer begint te
draaien, kunt u dit compenseren door
de snelheidsregelhendel naar
achteren te trekken om de aanzet te
verkleinen en het stilvallen van het
zaagblad te voorkomen.
Controleer en vervang indien nodig de
zekering
Controleer de spanning van de
aandrijriem.
Schakel de bladkoppeling in (als de
machine daarmee is uitgerust) om de
bladaandrijving in te schakelen. Alleen
bij 1200 tpm of een lager toerental.
Controleer en vervang indien nodig de
zekering
De snelheid waarmee de zaag wordt
neergelaten, kan worden afgesteld
met de regelknop voor de
neerlaatsnelheid van de zaag op het
bedieningspaneel. Draai de knop met
de wijzers van de klok mee als de zaag
te snel omlaag wordt gebracht, totdat
een juiste neerlaatsnelheid wordt
bereikt.
Verklein de zaagdiepte en verlaag de
motorsnelheid gedurende korte tijd
Laad de accu op, vervang de accu of
gebruik startkabels
– 45
Dutch