•
Zet de snelheidsregelhendel in de STOP-stand. De motor
kan alleen worden gestart wanneer de
snelheidsregelhendel in de vereiste STOP-stand staat.
LET OP! Controleer, om zeker te zijn, of de omloopklep van
de transmissie gesloten is in de onderste stand.
•
Wanneer het voorverwarmingssymbool wordt
weergegeven, wacht u tot de bougies van de motor deze
hebben voorverwarmd. Wanneer het
voorverwarmingssymbool verdwijnt, zet u de
motorstartschakelaar in de stand Motor starten om de
motor te starten.
2
1
•
Laat de motor enkele minuten opwarmen met de
gashendel op stationair toerental (minimum).
•
Warm de machine niet op buiten het zaaggebied,
wanneer het blad gemonteerd is en draait. Zie voor
montage-instructies van het blad het kopje Zaagblad
monteren.
WAARSCHUWING! Als de motor draait,
!
bevatten de uitlaatgassen chemische
stoffen, zoals koolwaterstoffen en
koolmonoxide. De inhoud van de
uitlaatgassen kan ademhalingsproblemen,
kanker, geboorteafwijkingen of andere
beschadigingen van het
voortplantingssysteem veroorzaken.
Koolmonoxide is kleurloos en geurloos en is
altijd aanwezig in uitlaatgassen. De eerste
tekenen van koolmonoxidevergiftiging zijn
een lichte duizeligheid die al dan niet door
het slachtoffer wordt herkend. Bij een hoge
concentratie koolmonoxide kan een persoon
zonder waarschuwing flauwvallen en
bewusteloos raken. Omdat koolmonoxide
kleurloos en geurloos is, kan de
aanwezigheid ervan niet worden opgemerkt.
Als de geur van uitlaatgassen wordt
geroken, is ook altijd koolmonoxide
aanwezig. Gebruik binnenshuis nooit een
product met verbrandingsmotor of in krappe
ruimtes zonder goede ventilatie.
STARTEN EN STOPPEN
VOORZICHTIG! Let speciaal op bij
!
koppelingloze machines, het zaagblad
begint al direct bij het starten te draaien.
Verplaats om veiligheidsredenen de
zaagmachine niet zijwaarts of buiten het
werkgebied met geïnstalleerd en draaiend
zaagblad.
LET OP! Wanneer niet alle startvoorwaarden vervuld zijn,
wordt dit op het display weergegeven. Voer de
noodzakelijke actie uit en probeer opnieuw de motor te
starten.
Beginnen met zagen
WAARSCHUWING! Gebruik nooit
!
slijpschijven met een lagere
toerenmarkering dan die van de
doorslijpmachine. Controleer of het
zaagblad goed is geïnstalleerd.
LET OP! Zie de tabel voor de juiste toerentallen van bladas
en motor voor specifieke bladmaten op het display.
•
Controleer of de watertoevoer voldoende is. Door een te
gering waterdebiet raken diamantzaagbladen
beschadigd. Schakel de waterveiligheidsschakelaar op
het bedieningspaneel in en open de waterkraan.
2
1
4
12
10
14
WORKING HOUR
8
16
V
V
CURRENT:
STOP:
0
0
cm
•
Schakel de bladkoppeling in (als de machine daarmee is
uitgerust) om de bladaandrijving in te schakelen. Alleen
bij 1200 tpm of een lager toerental.
2
1
3
4
12
10
14
WORKING HOUR
8
16
V
V
CURRENT:
STOP:
0
4
cm
cm
1200 rpm
3
<1200 RPM
80
60
100
40
120
c
c
cm
<1200 RPM
80
60
100
40
120
c
c
Dutch
– 29