Positie van de handgrepen
VOORZICHTIG! Gebruik de handgrepen nooit om de
zaagmachine aan op te hijsen.
Gebruik de handgrepen alleen om de zaagmachine te
besturen.
De handgrepen zijn in hoogte en lengte verstelbaar.
•
Draai de vergrendelknop A los om de lengte te verstellen.
•
Draai de vergrendelknop B voor het verstellen van de
handgreep linksom om de handgreep los te maken en te
verstellen. Draai de knop rechtsom om de handgreep in
zijn nieuwe positie te vergrendelen. Stel het handvat af op
de meest comfortabele werkhoogte. Draai de
vergrendelknop vast.
B
A
De machine verplaatsen
Voordat u de machine verplaatst, dient u het hoofdstuk
'Starten en stoppen' gelezen en begrepen te hebben.
De machine verplaatsen met
uitgeschakelde motor
•
Zet de motorstartschakelaar in de stand Ontsteking aan.
•
Breng het zaagblad omhoog door de schakelaar voor
omhoog/omlaag verplaatsen op de snelheidsregelhendel
in te drukken totdat het zaagblad (indien geïnstalleerd)
het wegdek niet meer raakt.
•
Zet de snelheidsregelhendel in de STOP-stand.
•
Draai de omloopklep van de transmissie linksom naar de
bovenste (neutrale) positie.
BEDIENING
•
De zaagmachine kan nu worden verplaatst door erachter
te staan en te duwen (terwijl u de handgrepen vasthoudt).
!
De machine verplaatsen met draaiende
motor
•
Zet de motorstartschakelaar in de stand Ontsteking aan.
•
Breng het zaagblad omhoog door de schakelaar voor
omhoog/omlaag verplaatsen op de snelheidsregelhendel
in te drukken totdat het zaagblad (indien geïnstalleerd)
het wegdek niet meer raakt.
•
Zet de snelheidsregelhendel in de STOP-stand.
•
De gasregelknop van de motor staat standaard ingesteld
op het stationaire toerental.
•
Controleer of de bladkoppeling ontkoppeld is (indien de
koppeling is geïnstalleerd).
!
•
Controleer, met de motorstartschakelaar in de stand
Ontsteking aan, het display en ga na of het
voorverwarmingssymbool uitstaat. Als het symbool
WAARSCHUWING! Probeer niet de
zaagmachine voort te duwen terwijl deze in
de neutrale positie op een helling (of heuvel)
staat. De bediener van de zaagmachine kan
de controle over de zaagmachine verliezen
en daardoor zelf letsel oplopen, of andere
personen in de omgeving verwonden.
2
1
3
4
<1200 RPM
12
80
10
14
60
100
WORKING HOUR
8
16
40
120
V
V
c
c
CURRENT:
STOP:
0
4
cm
cm
VOORZICHTIG! Let speciaal op bij
koppelingloze machines, het zaagblad
begint al direct bij het starten te draaien.
Verplaats om veiligheidsredenen de
zaagmachine niet zijwaarts of buiten het
zaaggebied met geïnstalleerd en draaiend
zaagblad.
– 17
Dutch