•
Zet de gasregelknop van de motor op maximum tpm.
2
1
3
4
12
10
14
WORKING HOUR
8
16
V
V
CURRENT:
STOP:
0
4
cm
cm
•
Laat het zaagblad neer door de schakelaar voor omhoog/
omlaag verplaatsen op de snelheidsregelhendel in te
drukken totdat het diamantzaagblad de gewenste
zaagdiepte heeft bereikt. Zie het hoofdstuk "Zaagdiepte-
insteltoets" voor meer informatie.
VOORZICHTIG! Wanneer u het zaagblad neerlaat in een
gedeeltelijk gemaakte zaagsnede, dient u het blad exact op
de snede uit te lijnen om beschadiging van het blad te
voorkomen.
•
Verplaats de zaagmachine langzaam voorwaarts door de
snelheidsregelhendel naar voren te duwen. Luister naar
het geluid van de motor. Als de motor langzamer begint te
draaien, kunt u dit compenseren door de
snelheidsregelhendel naar achteren te trekken om de
aanzet te verkleinen en het stilvallen van het zaagblad te
voorkomen. Zorg ervoor dat de voorgeleiding,
achtergeleiding en het diamantzaagblad de op het
oppervlak aangebrachte streep blijven volgen.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Recht zagen' voor het instellen van
Tracking.
30 –
Dutch
STARTEN EN STOPPEN
<1200 RPM
80
100
60
40
120
c
c
Stoppen
WAARSCHUWING! Houd alle lichaamsdelen
!
altijd buiten het bereik van het zaagblad en
van alle andere bewegende onderdelen.
Stoppen met zagen.
•
Zet de snelheidsregelhendel in de STOP-stand.
•
Hef het diamantzaagblad uit de snede door de schakelaar
voor omhoog/omlaag verplaatsen op de
snelheidsregelhendel in te drukken totdat het
diamantzaagblad van het oppervlak loskomt.
Afzetten van de motor
1 Zet de gasregelknop van de motor in de stand voor laag
stationair toerental.
2 Sluit de waterkraan.
3 Laat de motor enkele minuten stationair draaien voordat u
hem uitschakelt. Voer dit binnen het zaaggebied uit en laat
de machine niet onbeheerd achter.
4 Stop de motor door de motorstartschakelaar in de STOP-
stand te zetten.
4
3
idle rpm
2
1