Indicatie op de monitor
r
PICTURE ERROR
r
THE IMAGE CANNOT
BE EDITED
CARD-COVER OPEN
g
BATTERY EMPTY
CARD SETUP
CLEAN CARD
FORMAT
SET
OK
MEMORY SETUP
IN
POWER OFF
MEMORY FORMAT
SET
OK
NO CONNECTION
NO PAPER
NO INK
JAMMED
SETTINGS CHANGED
PRINT ERROR
r
CANNOT PRINT
48
NL
Mogelijke oorzaak
Er heeft zich een probleem met
het geselecteerde beeld
voorgedaan waardoor dat beeld
met deze camera niet kan
worden weergegeven.
Foto's die met andere camera's
zijn gemaakt, die eerder zijn
bewerkt of gecorrigeerde foto's
kunnen niet worden bewerkt of
gecorrigeerd.
Het klepje van het
batterijcompartiment / het
kaartje is open.
De batterijen zijn leeg.
De gegevens op het kaartje
kunnen niet gelezen worden. Of
het kaartje is niet geformatteerd.
Er is een fout opgetreden in het
interne geheugen.
De camera is niet op de juiste
wijze op de computer of printer
aangesloten.
De papiervoorraad van de
printer is op.
De inktvoorraad van de printer is
op.
Het papier in de printer is
vastgelopen.
De papierla van de printer is
verwijderd of de printer werd
bediend, terwijl de instellingen
op de camera gewijzigd werden.
Er heeft zich een probleem met
de printer en / of de camera
voorgedaan.
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
Oplossing
Breng het beeld over naar een computer en bekijk
het beeld met beeldbewerkingssoftware. Lukt dat
niet, dan is het beeldbestand beschadigd.
Gebruik beeldbewerkingssoftware om de foto's te
bewerken.
Sluit het klepje van het batterijcompartiment / het
kaartje.
Laad de batterij op.
• Selecteer [CLEAN CARD] en druk op . Neem
het kaartje eruit en veeg het contactvlak met een
zachte, droge doek af.
• Selecteer [FORMAT]
Alle het op het kaartje opgeslagen gegevens
gaan verloren.
Selecteer [MEMORY FORMAT]
op . Alle gegevens in het interne geheugen
worden gewist.
Koppel de camera los en sluit hem opnieuw, maar
nu goed, aan.
Leg een nieuwe voorraad papier in de printer.
Vervang de inktcassette in de printer.
Haal het papier dat de printer blokkeert uit de
printer.
Bedien de printer niet, terwijl de instellingen op de
camera gewijzigd worden.
Schakel camera en printer uit. Controleer de
printer en hef eventuele storingen op voordat u
beide apparaten weer inschakelt.
Gebruik een computer om de foto's te printen.
[YES] en druk op .
[YES] en druk