Draadspanning aanpassen
Ongeacht het soort draad of stof kunt u normaliter de
standaard draadspanning gebruiken die automatisch
wordt ingesteld. Maar met enkele combinaties van stof
en draad moet u de draadspanning mogelijk aanpassen.
■ Juiste draadspanning
De boven- en onderdraad moeten elkaar vlakbij het
midden van de stof kruisen. Als de draadspanning
niet juist is ingesteld, wordt de naad misschien niet
goed afgewerkt of kan de stof gaan trekken.
b
c
a
Achterkant van de stof
b
Voorkant van de stof
c
Bovendraad
d
Onderdraad
HANDIGE FUNCTIES
Automatische verstevigingssteken
Als u na het selecteren van een steekpatroon de functie
automatische verstevigingssteken aanzet voordat u met
naaien begint, worden er automatisch
verstevigingssteken (of steken achteruit, afhankelijk van
het steekpatroon) genaaid aan het begin en het eind van
het naaiwerk.
a
Selecteer een steekpatroon.
b
Druk op
om de instelling automatische
verstevigingssteken/achteruit naaien te
kiezen.
Memo
De instelling automatische verstevingssteken/achteruit
naaien is bij sommige steken, zoals knoopsgaten en
trenssteken, reeds geselecteerd.
a
d
■ Bovendraad is te strak
Als de onderdraad zichtbaar is aan de voorkant van
de stof, druk dan op
toets drukt, wordt de waarde lager en de
draadspanning losser.
a
b
a
Voorkant van de stof
b
Bovendraad
c
Onderdraad
d
Er verschijnen plukjes op de voorkant van de stof
■ Bovendraad is te los
Als de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant van
de stof, druk dan op
toets drukt, wordt de waarde hoger en de
draadspanning strakker.
a
c
a
Achterkant van de stof
b
Er verschijnen plukjes op de achterkant van de stof
c
Bovendraad
d
Onderdraad
Druk op
om de standaardinstelling te
herstellen.
→ De toets ziet er zo uit:
HANDIGE FUNCTIES
. Telkens wanneer u op de
d
c
. Telkens wanneer u op de
b
d
.
2
43