BORDUURPATROON NAAIEN
Opnieuw beginnen vanaf het begin
a
Druk op
b
Druk op
→ Het borduurraam verplaatst zich zo dat de naald
terugkeert naar de begin van het patroon.
c
Druk op
d
Druk op de Start/stoptoets.
136
.
.
.
Draadspanning aanpassen
Bij het borduren moet u de draadspanning zo instellen
dat de bovendraad net zichtbaar is aan de achterkant
van de stof. Maar met sommige combinaties van stof en
draad moet u de draadspanning mogelijk aanpassen.
■ Juiste draadspanning
De bovendraad is net zichtbaar aan de achterkant
van de stof. Als u de draadspanning niet juist hebt
ingesteld, is het stiksel ongelijkmatig, rimpelt de stof
mogelijk op of kan de draad breken.
Voorkant van de stof
Volg een van de onderstaande procedures om de
draadspanning aan te passen aan de situatie.
Opmerking
Als de draadspanning heel laag is ingesteld, is het
mogelijk dat de machine tijdens het borduren zelf stopt.
Dit betekent niet dat de naaimachine niet goed
functioneert. Verhoog de draadspanning enigszins en
begin opnieuw te naaien.
Memo
• Als u de machine uitzet of een ander patroon
selecteert, wordt de standaardinstelling voor de
draadspanning hersteld.
• Wanneer u een opgeslagen patroon ophaalt, is de
instelling voor de draadspanning daarvan hetzelfde
als toen u het patroon opsloeg.
Achterkant van de stof