Gebruik van de tweelingnaald
Met de tweelingnaald kunt u twee parallelle lijnen van
dezelfde steek naaien. U gebruikt dezelfde spoel, maar
u kunt interessante patronen naaien door de naalden in
te rijgen met een verschillende kleur. Beide
bovendraden moeten dezelfde dikte en kwaliteit
hebben. U kunt de tweelingnaald alleen gebruiken met
patronen waarbij
verschijnt als u ze kiest. In de
STEEKINSTELLINGENTABEL aan het eind van deze
handleiding leest u welke patronen u kunt naaien met
de tweelingnaald.
VOORZICHTIG
• Gebruik alleen tweelingnaalden die speciaal voor deze
machine zijn bestemd (onderdeelcode X59296-151).
Andere naalden kunnen breken en schade
veroorzaken.
• Stel beslist de tweelingnaaldstand in als u een
tweelingnaald gebruikt. Als u een tweelingnaald
gebruikt terwijl de machine in de enkele naaldstand
staat, kan de naald breken en schade veroorzaken.
• Naai niet met verbogen naalden. Een verbogen naald
kan breken en letsel veroorzaken.
• Als u de tweelingnaald gebruikt, werk dan alleen met
persvoet "J". Als de steken gaan opbollen, gebruik
dan persvoet "N".
a
Druk op
en installeer vervolgens de
tweelingnaald (zie "Naald verwisselen" op
pagina 34).
b
Rijg de eerste naald in volgens de procedure
voor het inrijgen van de enkele naald
(zie "Bovendraad inrijgen" op pagina 28).
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN
c
Leid de draad door de draadgeleider op de
naaldstang en rijg vervolgens de naald aan de
linkerkant in.
a
Draadgeleider op de naaldstang
d
Zet de extra klospen omhoog.
a
Extra klospen
e
Zet de extra draadklos zo op de extra klospen
dat de draad aan de voorkant afwikkelt. Schuif
vervolgens een kloskap zo ver mogelijk op de
extra klospen om de draadklos vast te zetten.
a
b
c
a
Kloskap
b
Extra klospen
c
Draadklos
f
Houd de draad uit de klos in uw rechterhand
en het uiteinde van de draad in uw linkerhand
en leid de draad door de draadgeleider.
* Leid de draad niet door de draadgeleider van de
spoelwinder.
a
a
Draadgeleider voor het spoelwinden
b
Draadgeleider
a
a
b
1
31