dezelfde doos. Of u enveloppen goed kunt bedrukken, hangt voornamelijk af van de kwaliteit van de
enveloppen. Let bij het selecteren van enveloppen op het volgende:
●
Gewicht: het papier van de envelop mag niet zwaarder zijn dan 90 g/m
papierstoringen optreden.
Opbouw: voordat u begint met afdrukken, moeten de enveloppen vlak liggen en niet meer dan 6 mm
●
krullen in elke richting. Bovendien mogen de enveloppen geen lucht bevatten. Er kunnen problemen
optreden als de enveloppen lucht bevatten. Gebruik geen enveloppen die klemmen, knipsluitingen,
koorden, vensters, gaten, perforaties, uitsparingen, synthetische materialen, stempels of reliëf hebben.
Gebruik geen enveloppen met kleefmiddelen die onder druk worden gehecht.
Staat van het materiaal: controleer of de enveloppen niet gekreukeld of anderszins beschadigd zijn.
●
Zorg dat er geen lijm zichtbaar is op de enveloppen.
Enveloppen met dubbele naad
Bij een envelop met een dubbele naad bevinden zich aan beide zijden van de envelop verticale naden in plaats
van diagonale naden. Dergelijke enveloppen kunnen meer omkrullen. Controleer of de naden helemaal
doorlopen tot de hoek van de envelop (zie de volgende afbeelding):
1
2
1
Aanvaardbare opbouw van envelop
2
Onaanvaardbare opbouw van envelop
Enveloppen met plakstrips of flappen
De kleefmiddelen van enveloppen met een verwijderbare kleefstrook of enveloppen die worden dichtgeplakt
door meerdere kleppen om te vouwen, moeten bestand zijn tegen de hitte en de druk van het apparaat:
200 °C. De extra kleppen en stroken kunnen kreuken, vouwen of papierstoringen veroorzaken.
Enveloppen opslaan
Als u de enveloppen goed bewaart, komt dit de afdrukkwaliteit ten goede. Bewaar de enveloppen plat. Als
zich lucht in de envelop bevindt waardoor een luchtbel wordt gevormd, kan de envelop tijdens het afdrukken
gaan kreukelen.
Kaarten en zwaar afdrukmateriaal
U kunt op verschillende soorten kaarten afdrukken vanuit de invoerlade, bijvoorbeeld op indexkaarten en
briefkaarten. Bepaalde kaarten leveren betere resultaten op dan andere omdat deze over een betere opbouw
beschikken voor doorvoer door een laserprinter.
18
Hoofdstuk 3 Specificaties afdrukmateriaal
2
, anders kunnen er
NLWW