4.3 Operation
4.3.1 Normaal bedrijf
Wanneer er verbruik is in het
watervoorzieningssysteem, wordt de pomp
ingeschakeld wanneer er aan de
inschakelvoorwaarden van de pomp wordt voldaan.
Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer er een kraan wordt
geopend, waardoor de druk in het systeem daalt.
De pomp wordt uitgeschakeld als het verbruik stopt,
bijv. wanneer de kraan wordt dichtgedraaid.
4.3.1.1 Start- en stopvoorwaarden
Om optimale prestaties te garanderen is
de inschakeldruk door Grundfos ingesteld.
Het is daarom niet mogelijk om de
inschakeldruk aan te passen.
Inschakelvoorwaarden
De pomp wordt gestart wanneer ten minste aan één
van de volgende voorwaarden is voldaan:
•
Het debiet is groter dan Qmin (1,5 l/min).
•
De druk is lager dan pstart.
Stop voorwaarden
De pomp wordt gestopt met een tijdsvertraging van
10 seconden wanneer is voldaan aan de volgende
voorwaarden:
•
Het debiet is geringer dan Qmin (1,5 l/min).
•
De druk is hoger dan Pstart.
De pstart-waarden worden weergegeven in de
technische gegevens.
4.4 Inloop asafdichting
De oppervlakken van de asafdichting worden
gesmeerd door de verpompte vloeistof. Een geringe
lekkage van de asafdichting van maximaal 10 ml per
dag op 8 tot 10 druppels per uur is mogelijk. Onder
normale omstandigheden verdampt de lekkende
vloeistof. Hierdoor wordt geen lekkage gedetecteerd.
Wanneer de pomp voor het eerst wordt ingeschakeld,
of wanneer de asafdichting is vervangen, is een
bepaalde inloopperiode nodig voordat de lekkage is
gereduceerd tot een aanvaardbaar niveau. De
benodigde tijd hiervoor hangt af van de bedrijfsstatus,
d.w.z. elke keer dat de bedrijfsstatus verandert wordt
een nieuwe inloopperiode gestart.
Lekkende vloeistof wordt afgevoerd door de
afvoeropeningen in de motorflens.
Installeer het product op zodanige wijze dat geen
ongewenste bijkomende schade kan ontstaan door
lekkage.
5. Regelfuncties
5.1 Overstromingsalarm
Als de suppletieklep begint te lekken, waardoor water
vanuit de hoofdleiding via de interne
overstroomafvoer verloren gaat, wordt een
overstroomalarm afgegeven. De pomp wordt
stilgelegd en twee tegenoverliggende gele
indicatielampjes knipperen tegelijk op Grundfos Eye.
Het alarm blokkeert het systeem zonder hoorbare
waarschuwing.
Het alarm moet worden gereset door de knop aan de
achterzijde van de pomp van 1-Alarm D on om te
zetten naar 0-Alarm D off. Zie de onderstaande
afbeelding.
Gerelateerde informatie
6.8 De pomp werkt niet
13