9.6
GEEN ENERGIE
Na een black-out "blAc-out " van de elektrische energie van minder dan 5 seconden, keert de kachel terug naar het vermogen
waarop hij ingesteld was.
Na een black-out "blAc-out " van de elektrische energie van meer dan 5 seconden, treedt de kachel de fase WACHT AFKOELEN
"uAit cooLinG " binnen. Na afloop van de koelfase gaat de kachel automatisch opnieuw van start met de diverse fasen (zie IN-
SCHAKELING VAN DE KACHEL a pag. 21).
9.7
SET TEMPERATUUR
U kunt de omgevingstemperatuur eenvoudig wijzigen met behulp van de toets P1.
Op het display wordt de ingestelde omgevingstemperatuur weergegeven (SET temperatuur).
Met de toetsen P1 (omlaag) en P2 (omhoog) kan vervolgens de temperatuurwaarde worden gewijzigd.
Na ongeveer 5 seconden wordt de waarde in het geheugen opgeslagen en het display keert terug naar de normale weergave, of
druk op P3 om het scherm te verlaten.
9.8
SET VERMOGEN
U kunt het ingestelde vermogen eenvoudig wijzigen met behulp van de toets P2. Op het display wordt het ingestelde vermogen we-
ergegeven (SET vermogen). Met de toetsen P1 (omlaag) en P2 (omhoog) kan vervolgens de temperatuurwaarde worden gewijzigd.
Na ongeveer 5 seconden wordt de waarde in het geheugen opgeslagen en het display keert terug naar de normale weergave, of
druk op P3 om het scherm te verlaten.
OPMERKING: wanneer de omgevingstemperatuur de ingestelde waarde heeft bereikt, wordt het warmtevermogen van de kachel
automatisch naar de minimum waarde gebracht. Onder deze voorwaarden wordt op het display het berichtModuleren "Modu-
LAt " weergegeven.
Als de omgevingstemperatuur onder de ingestelde waarde daalt keert de kachel terug naar de Werk-modus "uorK " met het
vooraf ingestelde vermogen.
9.9
UITSCHAKELING
Om de kachel uit te schakelen, houdt u toets P3 ingedrukt: op display verschijnt de tekst EINDE REINIGIN "cLEAninG SPEEd " Na
circa 10 minunten gaat ook de rookgassenafzuiger uit (dit gebeurt altijd, onafhankelijk van het feit of de kachel warm of koud is).
Vervolgens verschijnt OFF. "oFF "
9.10 AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT
De kachel is reeds werkzaam via een thermostaatsonde die zich binnenin de kachel zelf bevindt. Als u dat wenst kan de kachel op een
externe omgevingsthermostaat aangesloten worden. Deze handeling moet door een geautoriseerd technicus uitgevoerd worden.
10
BRANDSTOF
10.1 BRANDSTOF
• Gebruik pellets van kwaliteit omdat dit aanzienlijk van invloed is op het warmtevermogen en op het asresidu.
• De kenmerken van de pellets zijn: afmetingen Ø6-7mm (Klasse D06), maximum lengte 40 mm, warmtevermogen 5kWh/kg,
vochtgehalte ≤ 10%, asresidu ≤ 0,7%, de pellet moet goed geperst en weinig kruimig zijn en moet geen resten van lijm, hars
en diverse additieven bevatten (pellets van klasse A1 volgens ISO 17225-2 type ENplus-A1 worden aanbevolen).
• Het gebruik van ongeschikte pellets veroorzaakt een slechte verbranding, veelvuldige verstoppingen van de vuurpot, verstop-
pingen van de afvoerpijp, een verhoging van het verbruik, een verlaging van de warmteopbrengst, bevuiling van het glas en
een verhoging van de hoeveelheid as en onverbrande korrels.
22
INDIGO - VERA - ELANE - MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM - SOLO 5