20
Gebruik van lichtsterktemeter en positioneerhulp
6.3 Positioneerhulp
Inschakelen van de laser
Stroomvoorziening laser:
gebruikelijke 9 V blokaccu
(wordt niet meegeleverd).
Draaiknop met
schaalverdeling tot de
aanslag naar links draaien en
in deze positie vasthouden.
Laser wordt gedurende ca.
15 seconden ingeschakeld.
Optiekkast zo uitrichten, dat
het op het lampglas zichtbare
rode laserpunt op het midden
van de koplamp valt of bij
helder lampglas direct op de
gloeilamp wordt gericht.
Bij een aantal typen lampglas
is het laserpunt niet duidelijk
zichtbaar. In dit geval kan het
laserpunt zichtbaar worden
gemaakt door bijvoorbeeld
uw hand voor het lampglas te
houden.
De hoogte van het laserpunt
kan ook worden vastgesteld
door de optiekkast naast de
koplamp te draaien.
Bij systemen met meerdere
koplampen, moet het
laserpunt op het te controleren
systeem worden uitgericht.