Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

6.2 Storingen en oorzaken

Storing
Ursache
Accuspanning daalt aanzienlijk.
Aanmerkelijk verschil tussen de accuspanning en de spanning
op de gloeilamp.
Reflectoren zijn beslagen of gecorrodeerd.
Ondefinieerbare licht-donkergrens.
Koplamp kan niet worden afgesteld.
Zwak roodachtig licht bij xenonkoplampen.
Kort opflikkeren bij het starten bij xenonkoplampen.
19
Oorzaak
Accu leeg, dynamo defect.
Slechte kabelverbindingen, slechte of qua doorsnede te
kleine kabels, slechte massaverbindingen, defecte
schakelaarcontacten, geoxideerde of verroeste overgangen
van de zekeringen.
Er komt water in de koplamp binnen door lekkages die
worden veroorzaakt door spanningen in het lampglas, een
onvoldoende ventilatie, mechanische beschadigingen en
veroudering.
Gloeilampvoet kapot, gloeilamp zit niet goed in de fitting
(bevestiging is los gaan zitten).
Koplampafstelinrichting is defect, reflector is los geraakt van
de stelschroeven (door schokken).
Defect voorschakelapparaat of defecte gasontladingslamp.
Te zwakke voedingsspanning van het voorschakelapparaat,
bijvoorbeeld te kleine kabeldoorsnede van de stroomkabel.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Hella IV Series

Deze handleiding is ook geschikt voor:

8pa 007 732-0818pa 007 732-0918pa 007 732-101

Inhoudsopgave