14
5.0 Koplampen controleren resp. instellen
conform wegenverkeerswet
Bij voertuigen met automati-
sche niveauregeling (ter
correctie van de door
belastingen veroorzaakte
carrosserie- of koplamphelling)
moeten de aanwijzingen van
de fabrikant in acht worden
genomen.
Voor het instellen van
koplampen bij voertuigen met
een handmatige
koplampniveauregeling, moet
de niveauregeling in de
voorgeschreven neutrale stand
voor de basisinstelling worden
geplaatst.
Bij koplampen met een
niveauregeling voor slechts 2
standen, waarbij de neutrale
stand niet speciaal is
aangegeven, gaat u als volgt
te werk:
Bij voertuigen waarbij de
lichtbundel bij toenemende
belasting omhoog komt, moet
de instelling worden
uitgevoerd terwijl de
niveauregeling in de eindstand
staat (lichtbundel in de
hoogste stand).
Bij voertuigen waarbij de
lichtbundel bij toenemende
belasting omlaag komt, moet
de instelling worden
uitgevoerd terwijl de
niveauregeling in de eindstand
staat (lichtbundel in de laagste
stand).
Afbeelding 5
e =
afmeting in cm, waarmee de licht-donkergrens op een
afstand van 10 m moet zijn afgeheld.
H =
hoogte van het midden van de koplamp boven het
standvlak in cm.
h =
hoogte van de scheidingslijn van het testvlak boven het
standvlak in cm.